Disclaimer

De bijdragen aan het maatschappelijke debat, zoals op dit blog gepubliceerd, zijn bedoeld als ondersteuning van het recht op vrije meningsuiting. Mocht u desondanks in uw eer of goede naam aangetast worden, of nog erger dat u door deze teksten gekwetst wordt, lees dan eerst even de bijgaande disclaimer.

Monday, May 09, 2011

Hedy Epstein, de FDJ-jaren

Hoe komt de oudste deelneemster van de Gazavloot aan haar communistische overtuiging? Wie heeft haar voor de FDJ geworven en wie waren haar vrienden in de moeilijke Londonse exil-jaren?

Uit de biografie "Erinnern ist nicht genug" van Hedy Epstein blijkt duidelijk dat ze niet communistisch of anderszins progressief of sociaal-democratisch is opgevoed.  Haar vader en ooms hadden een kledingbedrijf in Kippenheim. Beide ouders waren weliswaar Joods maar niet bijzonder religieus. Hedy groeide in een redelijk welvarend gezin op het Duitse platteland op.

Na de machtsovername door de nazi's in 1933 begonnen de pesterijen, de uitsluiting en de discriminatie tegen Joden van Kippenhein, die hun hoogtepunt hadden in 1938 tijdens de Reichspogromnacht. De vader van Hedy werd opgesloten in het concentratiekamp Dachau en daar zwaar mishandeld. Hij kwam er als een gebroken man na maanden weer uit.

Hedy Epstein kon in 19939 met één van de laatste Kindertransporte naar London vluchten. In London werd ze eerst in een gastgezin ondergebracht en daarna in een kindertehuis. Tegenover het kindertehuis had de communistische Frei Deutsche Jugend een huis gehuurd en het duurde niet lang totdat Hedy op een feestje bij de FDJ werd uitgenodigd en daar ging wonen.

Errinnern_ist_nicht_genug De gevluchte communistische Duitse jongeren leefden in London een vrij leven. Het is begrijpelijk dat Hedy deze groep als haar vervangende familie ging beschouwen. Ze had hier haar eerste vriendje. Sinds die Londoner jaren is Hedy Epstein maatschappelijk betrokken en lid van verschillende vluchtelingenorganisaties en andere actiegroepen.  

Adolf Buckholz was in 1938 oprichter van de Freie Deutsche Jugend in London. Het is zeer waarschijnlijk dat Hedy Epstein door lid van de FDJ is geworden. Buchholz bleef tot 1942 voorzitter van deze organisatie. Daarna werd hij als bestuurslid van de Kommunistische Partei Deutschlands belast met het jeugdwerk.

In 1940 werd Buchholz als "vijandelijke buitenlander" opgesloten op het eiland Man. In 1941 mocht hij echter weer in de wapenindustrie werken. In 1944 werd hij geworven door de geheime dienst van de Verenigde Staten en voor de inzet in Duitsland opgeleid. Op 10 april 1945 sprong hij met een parachute bij Berlijn naar beneden, onder de valse naam "Dolf". Door de oorlogstoestand kon hij zijn opdracht in Duitsland niet uitvoeren en nam hij contact met het Rode Leger op. Hij werd later aan de Amerikaanse troepen overhandigd.  In 1946 keerde hij naar Duitslabd terug en vervulde in de DDR verschillende partijfuncties.

De levens van Adolf Buchholz en Hedy Epstein vertonen opmerkelijke parallellen. Hedy ging aan direct na de oorlog ook voor de Amerikanen werken en werd censor. Later werkte ze bij het oorlogstribunaal in Nürnberg voor het Amerikaanse leger. Een andere opmerkelijke overeenkomstigheid is, dat Hedy Epstein in 1946 vanuit Berlijn met een Amerikaans tweemotorig vliegtuig als passagier naar Parijs wilde vliegen en dat ze door motorpech net boven de Sovjet-zone, gedwongen werd uit het vliegtuig te springen. De Sovjets reden haar in een vrachtwagen terug naar Berlijn.

Dat Hedy Epstein later in de Verenigde Staten toch nog grote moeite had het staatsburgerschap te verwerven en jaren moest wachten tot ze Amerikaan mocht worden, heeft te maken met de Koude Oorlog die intussen was uitgebroken en die de vijandschap tussen de bevrijders van Europa vergrootte.  Haar lidmaatschap van de communistische Freie Deutsche Jugend en haar contacten met bestuursleden van de KPD, zal daar ongetwijfeld een rol bij hebben gespeeld.

Hoewel Hedy in de Verenigde Staten is opgenomen, dagelijks van de voordelen van de vrijheid kan genieten en de nadelen van tenminste één totalitair systeem aan eigen lijve heeft ondervonden, kiest ze er toch telkens weer voor de Verenigde staten te bekritiseren en de straat op te gaan. De achtergronden hiervoor kan je zoeken in de psychologie, in karakter of in een zin voor gerechtigheid. In ieder geval hebben de Londoner jaren, waarin ze de communistische jeugdgroep als haar eigen familie is gaan beschouwen een bepalende rol gespeeld.  

8 comments:

Paardestaart said...

Hm - communisten hebben volgens de leer geen land, behalve mekaar..Zou dat misschien de (een) reden zijn waarom joden zich zo onbegrijpelijk vaak tot het socialisme aangetrokken voelden, meer nog dan vanuit de behoefte 'de wereld te repareren'?

Toetreden tot een sektarische beweging is bovendien een uitgezochte gelegenheid je los te maken van zo'n sterk bepalende achtergrond, en je te bevrijden van je uitverkorenheid als lid van een volk dat al duizenden jaren als zondebok van hot naar her wordt gejaagd..Het lijkt me niet zo gek als iemand daar wel eens van af zou willen
En in de twintiger en dertiger jaren hoopten joden misschien zelfs dat ze als communist wèl geaccepteerd zouden worden; dat ze zich zo konden bevrijden van het karikatuur van die dagen: de rijke, trouweloze kosmopoliet, de op geld beluste 'kapitalist'. De stakkers wilden vermoedelijk liever vergeten dat elke generatie altijd zijn eigen stereotypische jood verzonnen heeft - wie kan er zonder hoop leven, ten slotte..

Joden worden steeds weer onverbiddelijk door de rest tot jood gemaakt; kennelijk vervullen ze een mystieke behoefte. Wij hebben ze nodig, 'het oude volk': als spiegel, als projectiescherm, als voorbeeld, als ijkpunt en als natuurlijk als eeuwig contrapunt
Niet zo gek toch, als je dan de draad kwijtraakt en jezelf in vermomming terugvindt op een narrenschip?

Filantroop said...

Je weet natuurlijk niet wat er gebeurd zou zijn als niet de NSDAP maar de KPD de macht in Duitsland gegrepen zou hebben. Zou dan niet, zoals ook in de Sovjet-Unie geschiedde, het antisemitisme er huisgehouden hebben? Het monopolie op het antisemitisme mag dan door de NSDAP opgeëist zijn, de Sovjet-Unie gaf er blijk van nauwelijks onder te doen voor het Derde Rijk in het deporteren en liquideren van bevolkingsgroepen, waaronder Joden. Dat maakt het zo wonderlijk dat sommige Joden de bevrijding van het nazi-juk vierden, maar tegelijkertijd een totalitair regime steunden dat een bezettingsmacht werd en massamoord pleegde. Tegen de Israëlische bezetting zijn, maar dan toch de Sovjet-Unie rechtvaardigen is moeilijk te begrijpen voor iemand die tegen alle vormen van totalitarisme is. Onlangs zag ik de herhaling op Canvas van het deel van “Behind closed doors” dat het Sovjet-Russische moorden in het bezette Polen behandelt en waaruit blijkt dat de communisten en nazi’s elkaar in wreedheid niet ontliepen. Alleen werd het communistische aandeel daarin jarenlang aan de waarneming onttrokken gehouden om het antinazisme van de communisten niet te schaden. Het doet zich nu opnieuw voor waar de blindheid voor het Arabische totalitarisme wordt verdrongen door een nietsontziende afkeer voor Israël. Sommige mensen hebben aan het eind van hun bestaan aardig wat met hun geweten te verrekenen alvorens ze tot stof vergaan.

keesjemaduraatje said...

@filantroop; communisme is ook heel erg,maar de gestructreerde, door nazis georganiseerde moord op Joden is toch eenmalig in de geschiedenis. Het was niet de bedoeling van dit blog om die twee totlitaire ideologien op één lijn te zetten. Ik wil gewoon weten wat de drijfveren van de Gaza-vaarders zijn. Ookals blijkt dat die drijfveren inderdaad in de WOII als gevolg van onderdrukking zijn ontstaan.

Carel said...

Miljoenen joden in de Sovjet-Unie hebben hun leven te danken aan de overwinning van het Rode Leger. Stalin was een antisemiet, maar dit speelde tot 1948 een geringe rol in zijn beleid. Een antisemitische campagne begon hij pas in 1948 na het bezoek van de Israëlische premier Golda Meir aan Moskou. Zij werd door de bevolking enthousiast ontvangen en daar schrok Stalin van. Hij arresteerde en liquideerde vooraanstaande joodse intellectuelen. De echtgenote van Molotov bijvoorbeeld werd gearresteerd. (Eerder in 1948 stemde de Sovjet-Unie in de VN-Veiligheidsraad nog voor de erkenning van Israël). De campagne bereikte haar hoogtepunt in het 'dokterscomplot', het ten onrechte beschuldigen van merendeels joodse artsen. Voor deze campagne volledig van de grond kwam, overleed Stalin in 1953. Zo kwam er een einde aan mogelijke deportatie- en moordplannen. De eerste beleidsdaad van KGB-chef Beria na Stalins dood was het stopzetten van het onderzoek naar het dokterscomplot. In de jaren daarna waren er vooral onder Brezjnev nog wel langdurige tegen joden gerichte 'antizionistische' campagnes, maar qua intensiteit en moorddadigheid onvergelijkbaar met de door de nazi's gepleegde massamoord.

Filantroop said...

@Carel
Golda Meïr werd pas in 1969 premier van Israël. David Ben Goerion was dat wel in 1948.

@Keesje
Niettemin spreek ik mijn verwondering uit over het verschijnsel dat sommigen na de Tweede Wereldoorlog doorgingen met het moreel steunen van regimes waarvan bekend was dat die geen moeite hadden met volkerenmoord, dan wel, er graag over zwegen. Niet geheel toevallig zaten daar opvallend veel Israël-haters onder. Zo doet zich het merkwaardige feit voor dat de eerste tekenen van Israël-haat afkomstig waren uit de gelederen van het marxisme. Na de stichting van het Nederlands Palestina Komitee in 1969, schreef het rechtse opinieweekblad Accent (ik snuffelde destijds heel wat af in de rechtse tot en met linkse pers), waarvoor Sal Tas en Hans Knoop schreven, dat ze bij het Nederlands Palestina Komitee bedacht hadden dat Israël net zo erg was als het Derde Rijk. Toen moet het vergelijken van Israël met het Derde Rijk zo ongeveer begonnen zijn. Het inspireerde bezorgde linkse jongeren zich te melden voor steviger acties tegen Israël, zoals de bende waarvoor Lidwien Janssen verkennend onderzoek in Israël moest plegen. Inderdaad, de bende waarin ook ex-senator Sam Pormes zat (van 1976 tot 1989 CPN’er, daarna GroenLinks).

Bij de VARA zat ook zo’n pionier, Karel Roskam geheten, die zijn boosheid aan de VARA-microfoon niet kon onderdrukken toen Israël de brutaliteit bezat in 1976 de na een vliegtuigkaping door Arabische en Duitse extremisten in Entebbe gegijzelde Joden kwam bevrijden.

Of G.B.J. Hiltermann gelijk had door de Volkskrant in in 1969 “rondweg antisemitisch, althans anti-Israël” te noemen waag ik niet te beamen. De rechter gaf hem in ieder geval geen gelijk. Maar het werd wel met de dag duidelijker dat links Israël het licht niet in de ogen gunde. En dat is sindsdien alleen maar erger geworden.

FredQQ said...

@Filantroop:
Zeker in de jaren 50, 60 en 70 was er zeer veel sympathie voor Israel en de Israelische Arbeiderspartij die toen aan de macht was. Het is niet voor niets dat de Arabische landen ten tijde van Den Uyl een olieboycot afkondigden vanwege de in hun ogen te pro-Israelische politiek van de Nederlandse reging en de PvdA. Zowel de PvdA als de CPN hadden natuurlijk veel leden in de leiding met een Joodse achtergrond (al wil dat natuurlijk niet zeggen: zionistisch). Je kan ook nu toch moeilijk zeggen dat partijen als GL, PvdA Israel vijandig zijn. Ook de standpunten van de SP kan je toch moeilijk radicaal anti-Israel noemen. Dat Nederland niet meer automatisch achter standpunten van de Israelische regering staat heeft misschien ook iets met de ontwikkelingen in dat land te maken.

Dat er nu binnen de PVV gelederen een groep mensen is die de conservatieve, soms eng theocratisch denkende vleugels van orthodoxe Israeliers steunen, omdat zij de denken dat dat een 'democratische frontlinie tegen de islam' is, geeft te denken. Met zulke vrienden heb je geen vijanden meer nodig.

keesjemaduraatje said...

@Lida: ikzou het niet zo direct met elkaar willen vergelijken.

Carel said...

@Filantroop. Inderdaad. Vergissing van mijn kant. Golda Meir, geboren in Kiev, was nog geen premier, maar wel al een vooraanstaande Israëlische politicus, die warm werd ontvangen door de joodse inwoners van Moskou, ook door niet-religieuze joden als Polina Molotov. Ze was, lees ik nu, de eerste Israëlische ambassadeur in de Sovjet-Unie.