Disclaimer

De bijdragen aan het maatschappelijke debat, zoals op dit blog gepubliceerd, zijn bedoeld als ondersteuning van het recht op vrije meningsuiting. Mocht u desondanks in uw eer of goede naam aangetast worden, of nog erger dat u door deze teksten gekwetst wordt, lees dan eerst even de bijgaande disclaimer.

Thursday, February 25, 2016

Tien feitjes over de Februaristaking van 1941, die je niet wil weten

De Februaristaking van 1941, beroemd geworden omdat het de eerste en enige keer in Europa was, dat arbeiders tegen Jodenvervolging in actie kwamen en staakten, is intussen een mythe van ongekende proporties geworden. Symbool van nationale eenheid, waar zowel de koning, als de anti-zwarte-piet-activist, als de PVV-er zich in kan herkennen. Door de Februaristaking te herdenken zeggen we eigenlijk: Wij Nederlanders zijn best wel goed bezig. Tenminste na de oorlog.

De volgende feitjes over de Februaristaking wil je daarom niet horen. Wie je ook bent: extreem-rechts, of extreem-links, of gematigd democraat. Nu stoppen met lezen. Ik heb je gewaarschuwd.

Net als de  meeste mythes, blijkt bij nadere bestudering van feiten, dat er  allerlei dingetjes niet kloppen. De mythe is een mythe en de werkelijkheid is anders. Maar wat kan ons het schelen?

1) De Februaristaking werd eigenlijk  door de CPN voorbereid als staking tegen de  gedwongen arbeidsdienst in Duitsland. De CPN-leiding (Paul de Groot) wilde alle arbeiders verenigen en heeft geen opdracht gegeven de staking tegen geweld tegen Joden te organiseren.

2) De Februaristaking werd georganiseerd door individuele communisten, zonder de instemming van de CPN, samen met andere Amsterdammers. Later werd de geschiedenis herschreven, zodat het leek alsof de CPN de staking heeft georganiseerd.

3) Twee namen van de groep initiatiefnemers van de Februaristaking werden na 1950 niet meer genoemd: Jansen en Dieters. De CPN heeft opdracht gegeven deze namen uit de officiele geschiedsschrijving te schrappen. Jansen en Dieters hebben zich tijdens de verhoren door de Duitse geheime dienst van het communisme als ideaal gedistantieerd.

4) Eén van de belangrijkste organisatoren, Piet Nak, werd zodanig mishandeld door de Gestapo, dat hij na de oorlog niet meer heeft kunnen werken. Volkomen zonder geld en middelen heeft hij zich als goochelaar  in leven kunnen houden.

5) In de jaren vijftig werden er ooit één keer drie herdenkingen voor de Februaristaking gehouden. Eén met de Koningin erbij, de ander met de CPN en een derde met de dissidenten van de CPN.

6) Op oude foto's zie je bij de herdenking van de februaristaking ook mannen in blauw overall, met een witte band om de arm en een stengun (machinegeweer) in de hand. Dat uniform is van het Nationaal Verzet van Prins Bernhard, die echter tijdens de Februaristaking geen enkele rol speelden.
Het Nationaal Verzet greep direct na de oorlog de macht, toen er een machtsvacuüm dreigde.

7) Voor het standbeeld van de Dokwerker, ter herdenking aan de Februaristaking, staat geen dokwerker model, maar de Haarlemse timmerman Willem Termetz.  

8) Piet Nak werd eind jaren zestig opnieuw bekend, vanwege zijn acties tegen de Vietnamoorlog. In 1969 richtte hij het Palestina  Komitee op.

9) Vanwege zijn heldhaftige optreden tijdens de Februaristaking, kreeg Piet Nak het Yad Vashem herdenkingsteken. Nadat hij zich met het Lijdende Palestijnse Volk had gesolidariseerd, heeft hij het Yad Vashem-teken weer terug gegeven.

10) In 1991 nog, werd Piet Nak niet toegelaten tot de officiele herdenking met de koningin. Hij stierf, verbitterd, vereenzaamd, korte tijd later, in Beverwijk.

4 comments:

Jan said...

Opmerkelijk is ook, dat in de naoorlogse Parlementaire enquête 1940-1945 de Februari staking 1941 slechts met enkele woorden wordt genoemd. Geen van de hier genoemde betrokkenen is dan ook in die Parlementaire enquête gehoord.

Unknown said...

Jammer dat Keesjemaduraatje de Koude Oorlog nieuw leven probeert in te blazen. De eerste feiten die hij noemt zijn geen feiten maar interpretaties van sommigen in de naoorlogse strijd om de herdenking, wie die mocht organiseren etc. Hoe men daarover dacht en sprak na de oorlog zegt iets over de naoorlogse tijd, niet over de oorlogsjaren zelf. De studie van Mooij, waarop Keesjemaduraatje zich baseert, gaat over de naoorlogse strijd om de Februaristaking. In de Koude Oorlog claimden de communisten hun rol in de staking omdat de vijanden van de CPN die juist probeerden te ontkennen (uit het interview met Nak in 2000 in de Groene blijkt dat ze hem DE organisator van de staking gingen noemen; Nak zelf was zo bescheiden om dat altijd tegen te spreken). Daarbij speelde op de achtergrond ook mee dat de CPN het niet accepteerde dat de gemeente een rol in de herdenking wilde hebben die zij bepaald niet had verdiend (denk aan de strafmaatregelen van de gemeente tegen de ambtenaren die hadden gestaakt). Er kwamen dus twee herdenkingen en op een gegeven moment, na een partijscheuring, zelfs drie.
De feiten van de staking zelf zijn inmiddels niet meer omstreden. Ook Lou de Jong bevestigde in 1974 de bevindingen van Sijes. Dat de illegale CPN tot de staking heeft opgeroepen en georganiseerd uit verontwaardiging voor het Duitse geweld tegen de joden en dat de oproep is geschreven door de partijleiding en gestencilled door leden van de illegale partij is een historisch vastgesteld feit. Er is geen enkel wetenschappelijke publicatie die de bevindingen van Sijes heeft kunnen weerspreken (ook Roest en Scheren in 1998 doen dat niet) en Sijes is nog steeds het standaardwerk. Natuurlijk zat het echte werk in het overtuigen van arbeiders en ambtenaren in de stad zelf waar velen bij betrokken waren. Zoals Kraan en Nak die een zeer grote rol hebben gespeeld. Maar er waren meer. Al snel kreeg de actie een spontaan karakter, een sneeuwbaleffect waarbij niet het pamflet maar de afwezigheid van de tram in de straat een grote rol speelde. De Februaristaking is niet meer omstreden en zou dat niet meer moeten zijn. De Koude Oorlog is voorbij. Daarom vind ik het heel vervelend dat Keesjemaduraatje de onverkwikkelijke naoorlogse strijd nieuw leven probeert in te blazen. Ik wil niet dat het heroïsche werk van mensen als CPN-partijleiders Jansen (de schrijver van het pamflet: gefusilleerd), Dieters (gefusilleerd) en, ja ook, De Groot (heeft de oorlog overleefd maar vrouw en kind zijn vergast) wordt bezoedeld door fileine verdachtmakingen die uit de afgesloten periode van de Koude Oorlog stammen. Ik weiger verzetsstrijders op een weegschaal tegen elkaar af te wegen wie de beste of grootste verzetsstrijder was. De aandacht van ons allen zou nu moeten uitgaan naar iets dat altijd op de achtergrond bleef: de medewerking van het gemeentelijk apparaat aan de Sjoa. Waarom hangt de stippenkaart niet in het Amsterdams Historisch Museum?

Jan said...

Ik zal het wel niet begrijpen, maar ik lees toch dat volgens Schoonenberg, citaat, "Dat de illegale CPN tot de staking heeft opgeroepen en georganiseerd uit verontwaardiging voor het Duitse geweld tegen de joden en dat de oproep is geschreven door de partijleiding en gestencilled door leden van de illegale partij is een historisch vastgesteld feit. Echter op de Wikipedia pagina van Ben Sijes lees ik dat "Dit werk (Februaristaking) werd in 1954 bij zijn verschijnen fel aangevallen van de kant van de communistische partij, omdat aanspraken van die partij op het georganiseerde initiatief tot die staking door Sijes werden weerlegd". Sterker nog, in de Vrij Nederland editie 1954 staat toch heel duidelijk, dat volgens Sijes de CPN als politieke beweging geen enkele rol in die staking heeft gespeeld. Bestaat er misschien nog een kopie van één van die vele folders, waaruit dit zou kunnen blijken. Ook Paul de Groot heeft vrouw en kind verloren, zoals vele duizenden Joodse Nederlanders, maar na de oorlog heeft hij het Stalin terreur dat getalsmatig het Nationaal Socialisme in het vermoorden van mensen heeft geëvenaard, tot aan zijn eigen dood gesteund. Hoezo bezoedeld met vileine verdachtmakingen!

Jan said...

Dat Walther Schoonenberg de CPN als de enige organisator van de Februaristaking 1941 meent te moeten aanwijzen, is zijn goed recht, maar dat hij daarvoor Lou de Jong en Ben Sijes postuum als bron hiervoor opvoert, is moreel discutabel. In de Biografie van Ben Sijes geschreven door dr.Richter Roegholt 1989, wordt op bladzijde 102-103 de woede van de CPN over de inhoud van het boek De Februaristaking duidelijk zichtbaar. Citaat: De reacties van communistische zijde op het boek van Sijes waren voorspelbaar. Het was volgens De Waarheid 'ineenfgeflanst aan de hand van politierapporten en geschreven om de rol van de CPN bij de organisatie van de staking te verloochenen'. Ben zelf was op zijn best een 'agent van het Amerikaanse imperialisme'. Wat de CPN hem onmogelijk kon vergeven, was dat hij het initiatief bij de leden van de partij, en voorbij deze partijleden bij de massa had gelegd. Hierdoor ontnam hij de partij haar voorhoedefunctie, die zij volgens de leer van Lenin hoort te hebben. In augustus publiceerde de CPN een brochure onder de titel De waarheid over de Februaristaking. B.A. Sijes vervalst de geschiedenis, die echter geen nieuwe feiten of samenhangen aan het licht bracht.

De vraag die mij bezighoud is, hoe kan Walther Schoonenberg het moreel verantwoorden, dat hij niet alleen de historische waarheid ondergeschikt maakt aan het dogma van een ideologie, maar daarvoor zelfs bronnen opvoert, die het ook nog eens het tegenovergestelde van zijn beweringen beschrijven. Het is alsof iemand beweert dat de aarde plat is, en als bewijs daarvoor Copernicus als bron opvoert.