Disclaimer

De bijdragen aan het maatschappelijke debat, zoals op dit blog gepubliceerd, zijn bedoeld als ondersteuning van het recht op vrije meningsuiting. Mocht u desondanks in uw eer of goede naam aangetast worden, of nog erger dat u door deze teksten gekwetst wordt, lees dan eerst even de bijgaande disclaimer.

Thursday, March 29, 2018

De dochters van Palestina

De Studenten voor Rechtvaardigheid in Palestina (VU) en de Revolutionaire Eenheid van Thomas van Beersum en Said Roustayar nodigen op dinsdag 27 februari 2018 de Palestijnse activiste Rasmea Odeh uit, om over het lijden van de Palestijnse bevolkering te komen praten. Waarom? Is dat ondanks dat ze in Israel een levenslange celstraf moest uitzitten, wegens terrorisme, of juist omdát, ze als zodanig bekend staat?

Rasmea Odeh is in 2017 de Verenigde Staten uitgezet, wegens immigratiefraude. In de laatste jaren is er in de VS een hele 'movement' rond de Rasmea Odeh ontstaan, waarin wordt beweerd, dat ze nooit iets fout heeft gedaan en dat ze gewoon een Palestijnse activiste is.

Wat ik de studenten en antropologen van de VU kwalijk neem, is dat er geen werkelijk onderzoek naar de misdaden van Rasmea Odeh gedaan wordt. Er wordt maar klakkeloos van de pamfletten en spandoeken uit Amerika overgenomen. Zouden Said Roustayar en het Robert Soeterik van het Palestina Komitee nooit met een ex-terroriste op de foto gaan? Onderstaande foto's bewijzen het tegendeel.

Enkele jaren geleden was de PFLP terroriste Leila Khaled op bezoek in Nederland en ze gingen maar wat graag met haar op de foto:

 


Leila Khaled, één van de eerste vrouwelijke Palestijnse terroristen, wordt in het boek "Daughters of Palestine" (van Amal Kawar) in één adem genoemd met Rasmea Odeh. Amal Kawar noemt vier jonge vrouwen, die opgeleid zijn voor de gewapende strijd: Laila Khaled, Fatima Bernawi, Eisheh Odeh and Rasmiyeh Odeh,  (pagina 24).

Eisheh Odeh (zie de video hieronder) is lid van het Democratic Front Political Bureau. Laila Khaled and Rasmiyeh Odeh zijn lid van de  PFLP. Fatah lid Fatima Bernawi probeerde in 1967 een bom in een bioscoop te plaatsen, dat mislukte. Op 28 May 2015, werd Bernawi geëerd en onderscheiden, door de  president van de Palestijnse authoriteit Mahmoud Abbas. De vier vrouwen worden in het boek consequent als "guerillas" genoemd. (pagina 25)

In 2004 vertelt Eisheh Odeh wat er eigenlijk in 1969 gebeurde, toen ze samen met Rasmea Odeh een bom bij een supermarkt plaatste en twee studenten stierven. Zie video.



In 1996 wordt Rasmea Odeh in een boek als PFLP guerilla genoemd. In 2004 vertelt een medestrijdster dat ze een belangrijke leidende rol bij de bomaanslag speelde. Rasmea Odeh is veroordeeld en ze heeft de plaats waar de wapens verstopt zijn aangewezen. Genoeg redenen om te twijfelen aan haar verhaal van onschuldig meisje.

De activisten van het Palestina Komitee, Revolutionaire Eenheid en Studenten voor Rechtvaardigheid in Palestina geilen regelrecht op de aanwezigheid van een echte gewapende strijdster in hun midden.

Als de dames en  heren wetenschappers het boek "Daughters of Palestine" hadden gelezen, dan was ze opgevallen, dat Rasmea Odeh een hooggeplaatst lid van de PFLP is. Ze  is lid van het centraal comitee van deze terreurorganisatie en ze is lid van de Palestijnse Nationale Raad. (pagina 136) als ze dan ook nog eens tijdens haar praatje op de VU zegt:  " Ik onderwijs mensen in de revolutionaire strijd", dan zouden alle alarmbellen moeten rinkelen.

2 comments:

Unknown said...

Interessant filmpje. Kon me niet aan de indruk onttrekken dat ze haar rol probeerde te downplayen. Ook geen hoofddoekje. Ze zag er zelfs zeer westers uit. Het ontspannen achtergrondmuziekje maakte me aan het lachen, het ging tenslotte om een bomaanslag. Je zou wat meer heroïsche muziek verwachten.
Overigens leek ze bijna opgelucht dat de tweede bom niet ontplofte.
Maar dat is mijn mening.

Jan said...

De verklaring van Eisheh Odeh op video van 2004 kan de redactie van de Soemoed (Nederlands Palestina Komitee) natuurlijk niet zijn ontgaan. Desondanks staat er in de januari- februari 2018 uitgave een redactionele verklaring gewijd aan mevrouw Rasmea Odeh, die vooral laat zien, dat deze politiek overwegend GroenLinks en SP club geen boodschap heeft aan onweerlegbare feiten. Zo kunnen we lezen dat Rasmea uit een familie stamt die in 1948 door zionistische strijdgroepen is verdreven uit wat nu Israël is. Opmerkelijk hier is de woordkeuze "zionistische strijdgroepen" in plaats van "Joodse strijdgroepen". Duidelijk is dat men het hedendaagse antisemitische kenmerk van deze term daarvan met terugwerkende kracht meent te kunnen ontlopen.

Vervolgens schrijft de redactie citaat: In de gevangenis is zij aan langdurige ondervraging en marteling blootgesteld, waarbij zij meerdere malen is verkracht etc....
Deze beschuldiging zoals deze als zodanig door de redactie had moeten worden omschreven, is afkomstig van louter en alleen Rasmea Odeh zelf, en is op geen enkele wijze ooit door onafhankelijke instanties als aannemelijk betiteld.

Dit doet denken aan antropologe Dr. Tal Nitsan, niet te verwarren met de poëtica Tal Nitzan, die een doctoraalscriptie maakte van haar onderzoek in 2007 naar het ontbreken van verkrachtingen door Israëlische soldaten van Palestijnse vrouwen. Gefrustreerd en radeloos door het niet kunnen vinden van Israëlische soldaten die Palestijnse vrouwen zouden hebben verkracht, ondanks de vele beschuldigingen daarvan in de Palestijnse media, kwam ze tot het oordeel dat hier niet een moreel culturele houding aan ten grondslag ligt, maar een vorm van racisme.


Het Nederlands Palestina Komitee is alleen in theorie een Palestijnse belangenorganisatie te noemen. Ze profileert zich al jaren als een proxy voor de radicale Palestijnse bewegingen die niet voor de belangen van de gewone Palestijnse burgers opkomen, maar slechts de vernietiging van Israel en de Joden nastreeft. Was het niet de voorzitter van het NPK Wim Lankamp die in een interview met het Reformatorische dagblad (2008) openlijk verklaarde te ijveren voor de verdwijning van Israël als Staat. En dan hebben we het nog niet gehad over de betrokkenheid van NPK leden in terroristische activiteiten tegen Israël.