De werkmannen gaan grondig te werk. De badkuip wordt de trap af gesleept. Alle tegels van de badkamer zijn van de muur gebikt. Een gapend gat staart ons aan. Gelukkig hebben we de avond ervoor lappen plastic voor alle deuren en het trapgat gehangen. Toch dringt het stof door alle poriën. Ik douche al twee weken lang in het zwembad, hetgeen mijn 'street credibility enigszins opkrikt. Ik kan nu zeggen dat ik sporter ben en elke dag zwem.
Als de stofwolken zijn nedergedaald en we ons gewone leven weer proberen op te pakken, komt de oudste zoon met zijn Kirgizische vriendin op bezoek. In de chaos van de verbouwing wonen we met zijn vijven in het rijtjeshuis. We vragen de Kirgizische verloofde of ze het erg vindt, als ze in de tuin, met een tuinslang moet douchen. Dat blijkt geen enkel probleem te zijn. Ze is in Kirgizië wel wat gewend.
Mijn vrouw moet de werkmannen vertellen waar de nieuwe douche moet komen en hoe hoog de spiegelkast opgehangen moet worden. Iedere dag weer een nieuwe verrassing betreffende de ligging van de riolering en de waterleidingen. Net als ze gewend is aan de rol van bouwleidster, vindt haar moeder in Duitsland het tijd om in een Osnabrücks ziekenhuis in coma te geraken. Op stel en sprong rijden we naar Duitsland waar we haar nog net levend aantreffen.
In de wachtruimte van het ziekenhuis bespreken de oudste zussen alvast de begrafenis, terwijl de middelste zus, probeert met de Duitse Oberarzt in gesprek te komen. Een vriendelijke demente dame zit naast mij in de wachtruimte. Ze is alles vergeten: hoe de mensen heten en waar de mensen vandaan komen. Ze wordt steeds vermanend toegesproken door haar dochter. "Nu hebben we een duur verpleeghuis met aanleunwoning voor je uitgezocht en nu vergeet je steeds te ontbijten, terwijl we er wel voor betalen." De demente moeder blijft vriendelijk en vertelt, dat ze helemaal niet meer weet hoe laat het is en waar je kan ontbijten.
De tweede week van de verbouwing gaat in. De badkuip staat al en er zijn tegels gezet. Maar waar moeten de haakjes voor de handdoeken? Al sla je me dood. We rijden naar Barenburg voor de begrafenis van mijn schoonmoeder. De gehele familie van mijn vrouw staat in het zwart gekleed "angetreten", voor het oude huis, als er een auto met Nederlands kenteken komt aan gesjeesd. Het is mijn broer en zijn vriend, die achterin mijn eigen oude moeder meegenomen hebben. Ze laat weten nu toch wel wat te willen eten, een half uur voor de begrafenis. Ik trek het niet meer.
De Barenburgse Schuttersvereniging zwaait met vaandels en legt de eerste krans. Daarna pas wordt het Onze Vader gebeden en gooien we één voor één bloemen of een schep zand op de kist. De uitgebreide koffietafel achteraf, in Gasthaus Maschmann, maakt veel goed. Dezelfde avond rijd ik met mijn zoon weer terug naar Nederland.
Nu is mijn vrouw nog steeds in Duitsland en de haakjes, de WC-rol-houder en het handdoekenrekje moeten opgehangen worden. We besluiten het heft in eigen hand te nemen en nemen een besluit over de juiste hoogte en breedte van de accessoires. Badkamer bijna klaar. De Poolse schilder verft nog even het plafond en nodigt ons en passant uit een keer zijn dorp in Polen te bezoeken. Gaan we zeker doen.