Evenredige vertegenwoordiging
Het klinkt redelijk als er Marokkaanse- en Turkse Volksvertegenwoordigers in ons Parlement zitting hebben. Immers een bepaald percentage van de bevolking heeft die etniciteit en daarom moeten ze ook vertegenwoordigd zijn. Als je echter gaat doordenken, dan merk je dat er iets niet in de haak is. Kijk je eens naar de andere groepen buitenlanders in Nederland en gaat doorrekenen, dan zie je dat er 380.000 Duitsers in Nederland wonen. Tel je daar de kinderen en kleinkinderen van Duitsers bij op, dan kom je tot de conclusie dat er minstens vijf Duitsers in ons parlement zouden moeten zitten. Dat is niet het geval. Alleen Britta Böhler, de extreem linkse advocaat, is Duits en zit in de Eerste Kamer voor Groen-Links. Toch haalt geen mens het in zijn hoofd om Duitsers voor te trekken bij de kandidaatstelling. Waarom eigenlijk niet?
Ik heb met eigen ogen mogen aanschouwen hoe de kandidaatstelling voor de Marokkaanse Salima Belhaj (D66) in zijn werk ging. Ik ontmoette Salima in juni vorig jaar op een partijbijeenkomst van D66 in Tilburg. Ze stond met allerlei mensen te praten, maar behoorde niet tot de intimi van Lousewies of Alexander Pechtold. Mij viel ze op, omdat ze vertelde dat gereformeerde vrouwen meer zouden worden onderdrukt dan Marokkaanse vrouwen. Nou dat is een leuke stelling, maar niet bepaald politiek relevant. Ze kondigde aan te kandideren voor de Tweede Kamer.
Later las ik op Hyves, dat ze tegenover Alexander Pechtold het begrip “Jihad” had verklaard (“vooral een strijd tegen jezelf...”) en ze had hem ook verteld dat ze een Lousewies aanhanger was. Alle reden dus, om deze mevrouw niet toe te laten tot de kandidatenlijst. Wie schetst mijn verbazing, toen ik zag dat ze tiende op de kandidatenlijst stond. Leuk zo’n Marokkaans vrouwtje erbij. Allerlei andere mensen die al jaren voor de partij werken in de regio’s en in de verschillende commissies, werden gepasseerd.
Het is natuurlijk duidelijk dat verschillende politieke partijen er voor zorgen dat er een Turk of Marokkaan op de lijst staat, gewoon om de stem van deze bevolkingsgroepen te krijgen en om te laten zien hoe geweldig politiek correct ze zijn. Een aantal jaren geleden was dit ook zo bij de Surinamers, maar er zijn twee redenen dit niet meer te doen. Ten eerste zijn de Surinamers nu geïntegreerd. Dat blijkt uit het aantal Surinaamse meisjes dat een hogere opleiding doet, dat hoger is dan bij de autochtone meisjes en vrouwen. Ten tweede en deze reden is in tegenspraak met de eerste, zijn er een aantal problemen met Surinamers in het parlement en de gemeenteraden geweest.
Van 1991 tot 2001 woonde ik in Duitsland en daar heb ik kunnen zien hoe een regionaal kiesstelsel functioneert. Een kandidaat moet eerst in zijn eigen regio bekend worden, door daar politiek actief te zijn. Dan wordt hij door zijn partij in zijn eigen regio kandidaat gesteld. Dit heeft als voordeel dat mensen in de regio hun kandidaat kennen en dat iemand niet van vandaag op morgen plotseling in het parlement kan zitten. Een bepaald aantal kandidaten worden wel meteen landelijk gekozen. De CDU-Bundestagsabgeortnete van onze streek woonde één dorp verder en bij verschillende bijeenkomsten en feesten hadden we hem zonder problemen aan kunnen spreken. Weliswaar hebben we dat nooit gedaan, omdat mijn vrouw als “Links-Radikal” te boek stond, maar dat is weer een geheel ander verhaal. Ook dit systeem van regionale vertegenwoordiging heeft soms rare effecten, dat bleek toen de zoon van studentenleider Rudi Dutschke plotseling uit de VS naar Duitsland kwam en door de Groenen op een succesvol district in Berlijn werd gezet. De ’68-ers wilden graag een dynastie van revolutionairen vestigen.
In schril contrast hiermee is de kandidaatstelling en verkiezing van twee andere geachte afgevaardigden die ik persoonlijk ken: Jose Smits en Wijnand Duyvendak. Jose Smits had nog nooit iets voor de PvdA gedaan, had geen relevante opleiding en werd kandidaat Tweede Kamerlid door een sollicitatieprocedure. Gelukkig had ze twee kenmerken die haar tot een heel geschikte kandidaat maakte: lesbisch en vrouw. Wat wil je nog meer. Wijnand Duyvendak had jarenlang zowel het parlementaire systeem als de rechtstaat bestreden in de kraakbeweging, Onkruit en andere gewelddadige groeperingen en kwam toch zonder ooit iets voor de partij Groen-Links gedaan te hebben in de Tweede Kamer. Waarom? Hij is de partner van een lid van het Groen-Links partijbestuur. Groen-linksers verdelen de goede baantjes graag onder elkaar. Om nu niet meteen het verwijt te krijgen dat ik alleen de rare kandidaatstellingen bij links zoek, is het eerlijk te zeggen, dat ook de kandidaatstelling van Ayaan Hirsi Ali voor de VVD natuurlijk krankzinnig en ondemocratisch is. Jongen blanke mannen van 30, die al jarenlang stad en land aflopen voor de JOVD, hebben het nakijken.
Het dus geen wonder dat ook Turkse en Marokkaanse kandidaten, zonder enige kennis van zaken en zonder tenminste een achterban in hun eigen etnische groep,
in het parlement terechtkomen en daar een goed salaris opstrijken. Zo werkt het Nederlandse politieke systeem nu eenmaal en dat is in het voordeel van nieuwkomers, als ze tenminste af en toe flink stennis schoppen of anderszins een maatschappelijk probleem vormen. Misschien moeten de Duitsers ook eens een paar buurthuizen in de fik steken of een cineast de keel afsnijden.
Het idee dat een Turk alleen op een Turk kan stemmen en een Limburger alleen op een Limburger, is op zich politiek en maatschappelijk desastreus. Het kenmerkt de ideologische armoede waarin Nederland zich bevind. Vroeger stemde je PvdA omdat je arbeider was en CDA omdat je christen was, of je had een eigen bedrijf en dan stemde je VVD. Dat was nog overzichtelijk. Nu zijn de drie grootste partijen dicht tegen elkaar aan gekropen en is er een heel groot sociaal-liberaal blok ontstaan. Het logische gevolg is dat de uitersten op het politieke spectrum, SP en PVV in aanhang groeien. Alleen de vertegenwoordigers van die partijen zeggen nog echt wat ze denken. Daardoor ontstaat de krankzinnige situatie dat een partij die zich socialistisch noemt, in aanhang groeit, terwijl het socialisme als ideologie en praktijk gelukkig al hartstikke dood is. Aan de andere kant van de politieke schaal groeit een partij in aanhang die in het land niet eens bijeenkomst kan houden en ook geen leden heeft, omdat ze bedreigd wordt. We mogen nog van geluk spreken dat er nog geen straatgevechten zijn uitgebroken zoals in de jaren dertig in Duitsland het geval was. Alleen als Nederland er in slaagt een verandering van het kiesstelsel met een eerlijke en goede evenredige vertegenwoordiging te realiseren, kan de toekomst weer met vertrouwen tegemoet gezien worden. Daarbij zullen kandidaten eerst een lange weg door de partij moeten afleggen, voordat ze, door regionale afgevaardigden, kandidaat gesteld worden.
Kees Broer-Eikmeier
blog over Palestijnen, terrorisme, Islam, Israël, misstanden en persoonlijke belevenissen.
No comments:
Post a Comment
Bedankt voor jouw reactie. We beoordelen of de reactie geplaatst kan worden.