Saturday, October 04, 2008

Verslaafd aan subsidie verstrekken

Door Keesjemaduraatje

Het doet me allemaal toch erg denken aan de affaire Verolme. De scheepswerven van Verolme werden door de oliecrisis steeds minder winstgevenden de regering stak er daarom steeds meer geld in. Uiteindelijk had de regering 2,6 miljard subsidie aan Verolme gegeven en daarna ging de scheepswerf failliet. Dit is wat Wikipedia erover schrijft:

"In de jaren 60 liepen de opdrachten voor de Nederlandse scheepsnieuwbouw terug. Een regeringscommissie adviseerde in 1966 om de scheepswerven meer te laten samenwerken om een betere internationale concurrentiepositie te verwerven. Verolme besloot in juni 1967 een kredietgarantie van de overheid te vragen voor de bouw van een reparatiedok van circa 500.000 ton. Minister L. de Block van Economische Zaken bood ruim een jaar later financiering aan, op voorwaarde dat Verolme de Nederlandsche Dok en Scheepsbouw Maatschappij (NDSM) te Amsterdam zou overnemen, om deze van de ondergang te redden. Verolme nam dit aanbod aan, maar leed in de jaren daarop verlies, met name bij de bouw van mammoettankers in Amsterdam en Rozenburg. Vooral de stijgende loonkosten veroorzaakten verliezen.

De regering verwachtte dat een oplossing gevonden kon worden door de grote Nederlandse scheepswerven te integreren. Enige jaren eerder was het Rijn-Scheldeconcern ontstaan uit de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij NV (RDM), de Koninklijke Maatschappij De Schelde NV en de Dok en Werf Maatschappij Wilton-Fijenoord NV. In 1969 moest Cornelis Verolme afzien van het stemrecht op zijn aandelen in ruil voor een nieuwe kredietgarantie en in januari 1970 moest Verolme accepteren dat de Verolme Verenigde Scheepswerven NV met de Rijn-Schelde Machinefabrieken en Scheepswerven NV (RSMS) (kortweg 'Rijn-Scheldeconcern') fuseerde tot Rijn-Schelde-Verolme Machinefabrieken en Scheepswerven NV (RSV) en dat hij zijn positie als president-directeur verloor.

In 1983 ging Rijn-Schelde-Verolme failliet ondanks de 2,7 miljard gulden overheidssteun die het concern in de loop der jaren ontving. Oorzaken van de teloorgang waren onder meer de oliecrisis in 1973, waardoor de vraag naar olietankers wegviel, het gebrek aan samenhang tussen de bedrijven die gedwongen waren te fuseren, een structurele overcapaciteit, gecombineerd met ongefundeerd optimisme en de politieke onwil om ontslagen te laten vallen bij niet-renderende bedrijven. Het debacle leidde tot een Parlementaire enquête naar de RSV-werf waarvan het verslag 16 delen besloeg.

No comments:

Post a Comment

Bedankt voor jouw reactie. We beoordelen of de reactie geplaatst kan worden.