Trouw (Letter en Geest) 1 maart 2008
Lange rijen wachtenden verwacht ik aan te treffen bij de rechtbank van Arnhem. Daarom ben ik vroeg van huis gegaan, zodat ik al om kwart voor acht sta te koukleumen voor de deur. In geen velden of wegen is er een advocaat of kraker te zien.
De familie en vrienden van Louis Sévèke hebben toeschouwerskaarten gereserveerd en komen pas om kwart voor negen aangelopen, samen met A.F.Th. van der Heijden, die een roman aan de moordzaak wil wijden.
Ik raak in gesprek met de beroemde schrijver over de cafés Dopey’s Elixer en Quibus, die hij vroeger bezocht in de Amsterdamse Pijp en over het kraakcafé Molly, waar hij ook wel eens kwam. Ik vertel hem dat zijn eerdere boeken over de kraakbeweging heel herkenbaar zijn, een afspiegeling van mijn jeugd.
Op dat moment gaat de deur van de rechtszaal open. Ik bots bijna tegen een kraker aan die mij herkent. „Kom niet te dicht in mijn buurt, Kees”, sist hij me toe. Ik ben verbaasd dat iemand mij na zoveel jaren herkent.
Ik vraag: „En hoe heet jij ook alweer?”
„Dat gaat je geen donder aan”, is het nijdige antwoord.
De argwaan tegenover buitenstaanders en afvalligen is blijkbaar in al die jaren niet veranderd. We lopen de trap op naar de publieke tribune. „Je hebt al genoeg op het graf van Louis gepist”, zegt de kraker. De toon voor de dag is gezet.
Ik loop naar de linkerkant van het publieksgedeelte, direct achter het glas. De boze activist zit drie stoelen van mij verwijderd. Op verontwaardigde toon zegt hij tegen Eveline Lubbers van het onderzoeksbureau Jansen en Janssen: „Daar zit Keesjemaduraatje.” Voor het eerst ben ik blij dat ik zo’n belachelijke internetnaam heb en dat hij nu gedwongen is die uit te spreken. Gelukkig laat Eveline Lubbers zich niet provoceren. Tenslotte is ze nu een hooggeplaatste gemeenteraadskandidaat voor Amsterdam Anders/De Groenen.
Alle vrienden, krakers en familie zitten inmiddels op een kluitje bij elkaar, met A.F.Th. tussen hen in. Dat is een foto waard, ware het niet dat daarvoor strenge regels gelden. De fotograaf van NRC Handelsblad vraagt nederig aan de krakers of hij er eentje mag nemen.
De woorden van mijn vroegere strijdgenoot zijn wel hard aangekomen. Waarom is hij kwaad op mij? Hij zou kwaad moeten zijn op de verdachte. Ik heb niemand omgebracht. Blijkbaar gaat dit proces niet alleen over moord, maar ook over verraad. En over de leus ’Maak kapot wat jou kapot maakt’. Alleen heeft Marcel T. die leus wat te letterlijk toegepast.
Nu moet ik wel bekennen dat ik me sinds november 2005 voortdurend met de moord op Louis Sévèke heb beziggehouden. En dat ik op mijn weblog heb geopperd dat de dader uit de hoek van de krakers zelf zou kunnen komen. Het bleef opvallend stil in die kringen na de moord. Er werd alleen af en toe een persverklaring uitgegeven. Dat ik dat allemaal heb opgeschreven, is misschien niet zo goed gevallen.
Ik ben niet alleen naar het proces gekomen om me uit te laten schelden door vroegere strijdmakkers, maar ook om antwoord te krijgen op vele vragen. Werkte Marcel T. voor de Eta? Waar is het buitgemaakte geld gebleven? Was wraak wel het echte motief? Wat is het verband met de vele aanslagen voor het Earth Liberation Front, die Marcel T. alleen of samen met anderen heeft gepleegd? Vragen over vragen.
De Eta-theorie valt al meteen in duigen. Marcel T. heeft als een boekhouder bijgehouden welke bedragen hij heeft buitgemaakt en waaraan hij het geld weer heeft uitgegeven. Twee keer heeft hij een auto gekocht. De bedragen en de uitgaven zijn door het rechercheteam gecontroleerd.
Marcel T., die het kapitalisme wil bestrijden en weigert te werken als loonslaaf, blijkt enorm gierig te zijn. Hem wordt op zeker moment 12.000 gulden, door een huiseigenaar beloofd als de krakers het pand verlaten, door de neus geboord. Juist daardoor voelt hij zich verraden. Hij had met het geld een nieuw leven willen opbouwen. Hij schrijft nog twee brieven aan de huiseigenaar om te klagen als het geld niet wordt uitbetaald.
Louis Sévèke is er natuurlijk principieel op tegen als krakers geld aannemen van huiseigenaren. Hij is er zelfs op tegen als zich commerciële bedrijfjes in kraakpanden vestigen. In dat opzicht is Louis Sévèke veel principiëler dan bommenlegger Marcel T. Dit conflict over geld wordt uiteindelijk de échte reden voor diens terugtrekking uit de kraakbeweging. Gierigheid en misplaatste ijdelheid. Het zieke eraan is dat geen enkele getuige zich kan herinneren dat er ooit een woordenwisseling tussen Marcel en Louis heeft plaatsgevonden. De strijd heeft zich voornamelijk in het hoofd van Marcel af gespeeld.
De banaliteit dat het allemaal om geld gaat, en dat er verder geen spoor van complot, verraad of zelfs maar een ideologische discussie te vinden is, schokt mij wel.
Een jongeman met criminele karaktertrekken voert steeds gewelddadiger actie: brandstichting, bomaanslagen, bankovervallen en uiteindelijk moord. Dat hij zichzelf anarchist noemt, is alleen een manier om zijn abjecte daden te rechtvaardigen. De anarchisten die honderd jaar geleden actie voerden, hadden ook al de neiging om hooggeplaatste personen om het leven te brengen. Keizerin Sissi werd in 1898 door een anarchist met een geslepen vijl doodgestoken. De Amerikaanse President William McKinley werd in 1901 door een anarchist doodgeschoten. Alleen heeft Marcel T. het wat dichter bij huis gezocht en een leider van de kraakbeweging neergeschoten.
Als de rechtszaak zich voortsleept met getuigenissen over nog meer bankovervallen en gewelddadigheden, wil ik mijn werk als loonslaaf toch maar weer eens voortzetten.
Ik kijk naar de deur en zie dat ik helemaal verkeerd zit. Ik zou door een kluwen van krakers en vrienden-van moeten lopen. Sommige krakers zouden zelfs voor me moeten opstaan om me erdoor te laten. Zal ik gewoon langs die schreeuwlelijk lopen en nog iets vriendelijks tegen hem zeggen?
Het zijn banale problemen waarmee ik tegenwoordig worstel. Gelukkig schorst de rechter de zitting en kan ik probleemloos naar buiten. Lekker aan het werk maar weer.
No comments:
Post a Comment
Bedankt voor jouw reactie. We beoordelen of de reactie geplaatst kan worden.