Ik ben dus net weer terug uit India en als ik maandag weer op het werk zal zijn, wordt me ongetwijfeld gevraagd of het off-shoring project een succes is en of er vertrouwen is dat het allemaal goed gaat komen. Eén van de punten die je nooit moet vergeten bij de offshoring is de arbeidsproductiviteit. In India is werk haast niets waard en de lonen zijn erg laag. De arbeidsproductiviteit is ook in die mate erg laag. Overal zie je mensen een praatje maken tijdens het werk. De mensen doen het werk het liefst met zijn tweeën. Ik had de hele tijd een chauffeur en die stond de hele dag voor het gebouw op mij te wachten. Kost haast niets. Toen ik bij de Pizza Hut een pizza ging bestellen, hadden de medewerkers alle tijd om mij tips over films te geven en te discussieren over hoe de pizza in het zakje gedaan moest worden. Allemaal met zijn tweeën. Kost haast niets. Iedereen heeft een baan, er zijn geen uitkeringen. de informele sector is dus enorm groot. Allerlei mensen proberen dingetjes te verkopen. In de lift zit permanent iemand die op het knopje drukt. er was een jongen speciaal voor mij om mij koffie te brengen. Van die dingen.
Dit zeg ik allemaal zonder waardeoordeel, ik ben tenslotte een gediplomeerde cultureel antropoloog, dus kom nou niet vanuit de kraakbeweging van Nijmegen en vanuit de Moslimomroep met opmerkingen dat ik tegen uitkeringen zou zijn of dat ik armoede goed aan het praten ben. helemaal niet.
Voor ons project heeft het als nadeel dat de eenvoudige handelingen gemakkelijk uit te sourcen zijn en dat is ook al up en running. Maar het zwaardere projectwerk is moeilijk te offshoren, aangezien de Nederlanders wel twee keer zo veel verdienen, maar ook twee keer zo hard werken. Je houd het niet voor mogelijk, maar het is zo.
Dus mijn baan gaat voorlopig niet naar India, maar dat kan er ook aan liggen dat ik een bord voor mijn kop heb en dat ik gewoon niet toe wil geven dat de Indiërs net zo slap kunnen lullen als ik.
No comments:
Post a Comment