Disclaimer

De bijdragen aan het maatschappelijke debat, zoals op dit blog gepubliceerd, zijn bedoeld als ondersteuning van het recht op vrije meningsuiting. Mocht u desondanks in uw eer of goede naam aangetast worden, of nog erger dat u door deze teksten gekwetst wordt, lees dan eerst even de bijgaande disclaimer.

Monday, July 06, 2020

De antropoloog als frontsoldaat

Tijdens de Vietnamoorlog werden oorlogsmisdaden aan de kaak gesteld, als Amerikaanse soldaten een heel dorp uitmoordden of midden op straat een krijgsgevangene excecuteerden. De laatste weken worden Nederlandse soldaten bekritiseerd, die op een speciale manier de plaatselijke bevolking hebben geïnterviewd, met antropologen! (NRC 29 juni 2020: "Interviewmethode van krijgsmacht roept ethische vragen op")

Eindelijk worden de antropoloog en zijn dubieuze onderzoeksmethoden eens serieus genomen. In 1986 studeerde ik af met een onderzoek naar de lokale politiek in Algerije en Tunesië en in al die jaren daarna ben ik nog nooit één advertentie tegengekomen waarin een cultureel antropoloog werd gezocht. Als een collega mij blij vertelt, dat zijn dochter antropologie wil gaan studeren, roep ik energiek: DOE HET NIET! Studeer alles, psychologie, geschiedenis, vrijetijdskunde of denoods Liberal Art op de University College, maar loop met een grote boog om de antropologie heen.

Enkele jaren geleden werd ik door de Volkshogeschool Eindhoven gevraagd enkele lessen antropologie aan enthousiaste vijftigplussers te geven. De meeste bejaarden in Eindhoven hebben een carriere bij Philips of DAF achter de rug en willen op hun oude dag nog wel eens hun invoelzame of menselijke kant laten zien. Dan lijkt het ze leuk om iets over andere volkeren te weten te komen.

Bij de 'intake' door het opperhoofd van de Volkshogeschool vertelde ik, dat de culturele antropologie eigenlijk uit het kolonialisme van de Engelsen was ontstaan. Het Engelse leger was net bezig Soedan te veroveren, toen er een hele vreemde bende mensen op hun pad kwam, die springend door de savanne achter hun vee aan dansten. "Wie is jullie leider?" wilde de legercommandant weten. Dat bleek een vraag te zijn, die zij zichzelf nog nooit hadden gesteld. Dat hadden ze ook niet nodig. Ze hadden elk hun eigen vee en als er conflicten waren, werd dat door de plaatselijke tovenaar door middel van mediatie opgelost. Zo kan het ook!

De blije 'edele wilden' bleken zichzelf de naam Nuer te hebben gegeven en er was grote behoefte aan meer informatie over hun samenleving. Op deze manier konden de Engelsen niet lekker koloniseren. De Engelse antropoloog Sir Edward Evan Evans-Pritchard schreef een heel boek over deze prachtmensen, en gaf het de pakkende titel: "The Nuer" mee.Je moet toch wat! Dit soort verhalen wilde ik aan de bejaarde Eindhovenaren vertellen. Ik vond het zelf nogal grappig en informatief, maar desondanks heb ik nooit meer iets van de Volkshogeschool vernomen.

Tijdens mijn studie culturele antropologie heb ik vooral geleerd te interviewen. Dat noemen ze 'participerend observeren'. Als de plaatselijke bevolking om een vuurtje gaat dansen, dan dans je gewoon mee en als ze lekker in de schaduw zitten te keuvelen en thee drinken, dan ga je erbij zitten. Het is dus in mijn ogen heel normaal als het Nederlandse leger antropologen in dienst neemt om erachter te komen wat de Taliban of de Pheul in Mali nu echt denken. Het werkt beter dan meteen schieten. Maar het schijn dan weer niet ethisch te zijn ofzo. Het Nederlandse leger zou de mensen op een niet morele wijze beïnvloeden. Alsof met jeeps en geweren dwars door hun dorp rijden geen beïnvloeding is!

Intussen ben ik een commerciële keiharde manager in een kapitalistische computer-multinational en pas ik de antropologische methodes nog regelmatig toe. De meeste managers hebben elektrotechniek, bedrijfskunde of milieukunde gestudeerd en begrijpen soms niet dat projecten niet lukken. Alles is goed gepland, de mensen hebben een training gehad, de computers staan te zoemen in het datacenter en het project schiet maar niet op. Samenwerken ho maar. Ik heb daar dan wel een verklaring voor. "Het zijn Arabische dorpen", zeg ik dan tegen de verbijsterde manager naast mij. "Clans die alleen met hun eigen clanleden willen samenwerken". "Not invented in our village".

Ik begrijp heel goed dat ontwikkelingshulpprojecten geen antropologen aannemen. Als je een put wilt graven heb je een ingenieur nodig en als je mensen wilt genezen, heb je een dokter nodig. Het is dan ook een klein wonder dat de goed geoliede multinational waar ik deel van uitmaak, mij als antropoloog zijnde heeft aangenomen. Dat zal ook wel komen door de praktische oplossingen waar ik mee kom."Sla ze met de koppen tegen elkaar", opper ik dan tegenover mijn collega, maar dat schijnt ethisch dan weer niet te mogen.

No comments: