“Volgens mij zijn we in handen van een antroposofische sekte of een ‘new age’- woongemeenschap gevallen. Maar laten we proberen het beste ervan te maken. We kunnen naar beneden gaan en op het terras gaan zitten. Misschien valt er met die hippies beneden nog wat te lachen.“
Zo probeerde ik twee weken geleden, na aankomst in Hotel Gaia in Diepenveen de moed er nog een beetje in te houden. Het was natuurlijk weer mijn eigen schuld, want de recensies op Booking.com en Tripadvisor spreken boekdelen. “Een leuk hotel voor mensen die van de sfeer van de kringloopwinkel houden”, was nog één van de positiefste oordelen over dit hotel. De slechtste beoordeling van mei dit jaar ging zo: “De manier waarop het personeel en de eigenaar met klachten omgaat. Er werd zelfs gelogen over wie de eigenaar was en het daardoor leek dat niemand iets voor ons kon betekenen. De gehuurde ruimte stonk erg en de hygiëne was ver te zoeken. De beleving was tegengesteld aan de verwachting die de foto’s geven. Uiteindelijk is Booking.com ons tegemoet gekomen met een financiële compensatie omdat het hotel dit weigerde. Schandalig.”
Ik was zo blij een hotel gevonden te hebben, dat op slechts tweehonderd meter van ons vroegere huis in Deventer lag, dat ik zonder de recensies te lezen, meteen geboekt had. Van 1960 tot 1967 woonden we aan de rand van Deventer in de vervallen buurt Platvoet. Sommige huizen waren al afgebroken en de kelders, gevuld met water, gaapten je tegemoet. Daar speelden wij als kinderen tussen. ’s Ochtends liep ik langs het zandpad, genaamd, achterweggetje, naar de Christelijke Nationale Juliana school te Deventer, terwijl teckels mij keffend en bijtend achterna zaten. Het is eigenlijk een wonder, dat ik nu zo’n angstvrije en uitgebalanceerde volwassen boomer ben geworden.
De foto’s van het hotel zagen er mooi uit. Een prachtig oud slot, gebouwd door Albertus Jacobus Duymaer van Twist, oud-gouverneur-generaal van Nederlands-Indië, in heldere gelige kleuren. De foto’s van de kamers laten strakke moderne vormen zien. Wat kan er mis gaan? Ik betaalde 713,70 Euro voor een verblijf in een appartement van zaterdag tot maandagochtend. De geachte lezer zal mij nu achteraf voor gek verklaren, en terecht. Vorig jaar in Andijk betaalden we ruim 800 Euro voor een huisje en dat was allemaal prima geregeld. Dus ik heb niet bij deze prijs stilgestaan.
Op de dag voor vertrek las ik nog eens goed na, of we beddengoed mee moesten nemen en wat er in het appartement aanwezig was. Heel ‘sneaky’ stond er tussen de beschrijving van de aanwezige föhn en het beddengoed, dat de bovenste verdiepingen per trap bereikbaar zouden zijn. Ik belde het hotel en kreeg te horen, dat het appartement op zolder lag. Alleen bereikbaar per trap. Mijn moeder is 91 jaar pud en moest dus drie trappen op. Omboeken was niet mogelijk en een andere kamer niet beschikbaar.
Op de dag van aankomst struikelde mijn oude moeder al meteen over een opgekruld tapijt in de ingang. Het antwoord van de verantwoordelijke medewerker was al meteen een goede illustratie van de service-bereidheid van het personeel van Hotel Gaia. “U zag het toch?” voegde de baliemedewerker mijn moeder in plat Sallands toe. Toen moesten we nog naar boven. Na de drie trappen toch maar naar boven gezeuld te zijn, waarbij mijn moeder haar beste beentje voor zette, zeeg de moed der wanhoop al snel naar een dieptepunt. Een donker hol, onder het dak. De balken niet geverfd. Gehaakte sprei in de kleuren oranje en bruin, uit de jaren vijftig, op het bed.
Mijn moeder begon al meteen over de oorlog. “Anne Frank had het in het Achterhuis ook niet makkelijk.” Ik probeerde deze volkomen misplaatste vergelijking al meteen de kop in te drukken, maar dat mocht niet baten. De toon was reeds gezet. “Vluchtelingen moeten tegenwoordig ook nemen wat ze aangeboden wordt” vervolgde mijn moeder haar relaas. Ik wilde uitleggen, dat de vluchtelingen in Ter Apel een mooie zomerwoning aangeboden krijgen, waar een nieuwe Miele wasmachine voor de nodige reinheid zorgt. Bovendien hoeven ze daar niet voor te betalen. Het precieze bedrag dat ik voor dit hok in Diepenveen had betaald, wilde ik niet kwijt. Ze zou mij zonder schroom uitlachen, dat wist ik nu al.
We inspecteerden de keuken van het appartement en kwamen tot de conclusie dat we daar niet in konden koken. Geen oven, geen magnetron en een incomplete set aan kookgerei. Er stonden wel een paar bordjes, die de eigenaren van de rommelmarkt geplukt hadden, maar geen soepkommen of ontbijtborden. De keuken was al net zo slecht als de rest van het appartement. Bij het inchecken hadden we een tafel beneden in het vegetarische restaurant gereserveerd. Omdat we toch niet konden koken in dit hol en omdat we snel weg wilden zijn, gingen we toch maar naar beneden om te zien of de vegetarische maaltijd dan tenminste goed was.
Hotel Gaia heeft een prachtig terras met een mooi uitzicht. Aangezien de meeste mensen toch nog een voldoende voor deze kenmerken geven, krijgt dit hotel wel de algemene beoordeling ”voldoende” mee. We kregen een mooie tafel toegewezen en wilden al beginnen met de welverdiende ontspanning, waarvoor deze reis uiteindelijk bedoeld was. De twee dames naast ons lieten echter op luide toon weten, niet tevreden te zijn, over de verstrekte broodplank met sausjes. De sausjes smaakten namelijk nergens naar. De iets oudere ober, die naar later onderzoek bleek de eigenaar te zijn, maakte zich er met een heel flauwe opmerking vanaf: “Ik heb de sausjes zelf niet geproefd”. Aangezien ik mij voorgenomen had, te gaan ‘lachen met hippies op het terras’ wendde ik mij van mijn vrouwelijk gezelschap, zijnde mijn eigen vrouw en mijn oude moeder, af en bemoeide mij met de dames naast mij. “Als iemand in dit etablissement een opleiding hotelschool had gehad, dan zouden ze gewoon nieuwe sausjes brengen”, mengde ik mij in de discussie.
Eén van de dames liet weten al vierendertig jaar in Denemarken te wonen en daar nog nooit zo’n slechte service te hebben ondervonden. De andere dame vertelde dat ze in Utrecht woonde, maar binnenkort naar Deventer zou gaan verhuizen. “Wat zou een reden kunnen zijn vanuit Utrecht naar Deventer te verhuizen”, vroeg ik haar. Het antwoord kwam kort en duidelijk: “De rust, want hier gebeurt nooit iets.” Ze was vorig jaar oktober ook al in dit hotel geweest en had toen in een ijskoude kamer zonder verwarming geslapen.
De Deense dame had intussen een ovenschotel met moussaka voor haar neus staan, maar was daar niet tevreden over. Ze wees naar de moussaka die bij mij was opgediend en vroeg aan de ober: “ Waarom is zijn moussaka mooi en fris en waarom is mijn moussaka zwart en bruin. Dat kan toch niet goed zijn?” De ober had er geen gepast antwoord op en liep weg. Ik begon mijn eigen moussaka op te eten.
“Moussaka is een traditioneel gerecht gemaakt op basis van aubergine, afkomstig van de Griekse kok Tselementes, die alle gerechten uit de tijd van het voormalige Ottomaanse Rijk wilde bannen. Hij schreef in het begin van de twintigste eeuw een kookboek met onder meer het recept van moussaka.” De kok van Hotel Gaia had kennelijk besloten niet alleen de ingrediënten uit het Ottomaanse rijk te weren, maar ook de Griekse aubergine te vervangen door aardappelen en courgettes. Aangezien deze kok bovendien niet kon koken had hij de groente er rauw ingestopt en met een rode saus overgoten. Ik zat dus gewoon rauwe aardappel te eten. De Deense vrouw was intussen in mij geïnteresseerd geworden en vroeg hoe de moussaka bij mij smaakte. “Ontzettend slecht”, deelde ik haar mede.
Op de wand van de schamele keuken van het appartement prijkte een visitekaartje, waarop duidelijk werd gemaakt, dat alleen in geval van heel grote nood, naar de eigenaren gebeld mocht worden. Er staan twee mobiele telefoonnummers op. Aangezien het internet van het hotel het slechts bij tijd en wijle deed, hetgeen mij al helemaal niet meer verbaasde, kon ik niet opzoeken of er op het internet nog meer over deze mensen te vinden was. Later die week, vond ik het hele tragische verhaal van de eigenaren. De vrouw was ooit student kunst aan de hogeschool Enschede, hetgeen de aanwezigheid van enorme schilderijen her en der in het gebouw verklaarde. Geen hotelschool gedaan, waarom zou je ook.
Samen met de mannelijke eigenaar had deze mislukte kunstenares ook nog een kasteel in Olst gekocht, dat alleen voor recepties en partijen ter beschikking stond. De ‘reviews’ van dat kasteel waren al net zo slecht als van Hotel Gaia. Blijkbaar was er nog geen instantie ter wereld op het idee gekomen om aan deze ellende en oplichterij een einde te breien. Op de muur van het hotel stonden zelfs vier sterren van HotelStars.eu. Voordat deze Bonnie en Clyde aan het kastelenavontuur begonnen, hadden ze eerst een restaurant in Deventer gehad, maar dat project mislukte. Daarna waren ze een ‘Australisch restaurant’ in Raalte begonnen, waarvan de beoordelingen eerst lovend waren, totdat ook deze droom in rook opging en ze de uitspanning verkochten. De droom is er steeds geweest, maar door de schuld van anderen, bijvoorbeeld klagende gasten, kon die droom geen werkelijkheid worden. Dat is kort samengevat de levensbeschrijving van dit echtpaar.
De boog kan niet altijd gespannen staan, moeten de eigenaren en het personeel van Hotel Gaia gedacht hebben. Altijd maar in de weer met het verzorgen van gasten en alle wensen van deze notoir ontevredenen te vervullen. Laten we een dag in de week vrij nemen en ons die dag in de week eens bezighouden met de écht belangrijke dingen in het leven, kunst bijvoorbeeld. Zo kon het komen, dat vanaf tien uur zondags ’s avonds, alle medewerkers en personeel verdwenen waren. Midden in de zomer! Uit voorzorg hadden ze nog wel de deur naar de benedenverdieping op slot gedaan. Ze waren zeker bang dat we de meubels naar de kringloopwinkel terug zouden brengen. De enige uitgang bestond uit een smalle trap aan de achterzijde, waar vroeger het personeel van de oud-gouverneur van Ons Indië langs geslopen was. Mijn moeder moest dus op maandagochtend weer drie trappen af, maar moest zich daarbij wel stevig vasthouden en niet struikelen.
Het ontbijt van de maandag stond klaar in de koelkast. Er waren nog drie groepjes gasten over. Voor elke groep een papieren zak met hompen brood uit de Biologisch Dynamische winkel van het dorp Diepenveen. “Vroeger hadden we niks”, zei mijn moeder, toen ze de dikke plakken door haar keel moest wurmen. “Nee, moeder, vroeger hadden jullie niks, de Duitsers hadden alles opgegeten”, probeerde ik de moed erin te houden. “Op houten banden reden jullie naar het verzet en jullie hadden niks.”
No comments:
Post a Comment