Deze paneldiscussie is eerst twee keer aangekondigd en toch weer afgezegd door het College van Bestuur van de Universiteit Leiden. Nu kan de bijeenkomst van de Students4Palestine toch weer doorgaan in een cultureel centrum in Den Haag. Tot het laatste moment weet ik niet of ik toegelaten word en hoe de stemming zal zijn. Tenslotte hebben de actievoerende studenten een uur eerder nog de leus “From the River to the Sea, Palestine will be Free” aangeheven, dus dan weet je het nooit. Voor de geografische belangstellenden in dit publiek nog even toelichtende: Dat betekent dat Israël in het geval de activisten daadwerkelijk gelijk krijgen, helemaal niet meer bestáát!

De aankondiging van het debat

Als ik dan over de Prinsegracht kom aanlopen zie ik eerst de beroepsdemonstrante José van Leeuwen (BDS Nederland) zitten. Ik negeer haar, want de vorige keer, bij de viering van de Gazaboot in een achterafbuurthuis van de Spaarndammerbuurt te Amsterdam, heeft zij mij in het gezicht geslagen. Twee stevige bewakers versperren mij vervolgens de weg, maar zijn na het tonen van het aanmeldingsformulier bereid mij de toegang te verschaffen. Ik ben binnen. Ik zie er natuurlijk iets anders uit dan de gemiddelde student “intersectional humanity”, wat Christian Henderson, universitair docent Internationale Betrekkingen / Moderne Midden-Oosten Studies, ertoe beweegt zich aan mij voor te stellen. Ik stel mij ook voor met gewoon mijn naam, zoals ik heet: “Kees Broer”.

Het noemen van de naam “Kees Broer” triggered weer iemand anders die wel 10 meter verderop staat, zijnde associate professor International Institute of Social Studies, Jeff Handmaker. Jeff begint vanaf deze relatief grote afstand een bespreking van mijn laatste blog waarbij de woorden: “slander”, “bigotry” en “offensive” vallen. Ik loop naar hem toe en wil hem een hand geven. Of het komt door de reeds afgeschafte Corona-regels of doordat mijn persoon een weerzin bij hem oproept, dat weet ik niet, maar er komt geen handdruk en ook geen gesprek tot stand. Wel laat Jeff mij weten dat ik van harte welkom ben. Daarna zegt hij wel drie verschillende mensen van de organisatie: “Kees Broer is in de zaal.” Wat laat deze man zich enorm kennen! Jeff Handmaker kan niet langer blijven en verlaat het pand. Ik beloof dat ik vrijdag naar het ISS kom, voor de veelbelovende sessie: “Resisting Israeli Apartheid” Intussen zit Ewout Klei van De Kanttekening al driftig te schrijven.

De leden van het panel

Nu het evenement in een cultureel centrum en niet op de universiteit plaatsvindt, gelden natuurlijk andere normen. In een academische context moet altijd ruimte voor andersdenkenden zijn en zouden termen en theorieën niet als vanzelfsprekend gebruikt moeten worden, zonder de mogelijkheid tot falsificatie. Weliswaar hebben de organisatoren bij voorbaat al stemmen uit de kringen van zionisten of Israeli’s uitgesloten, vanwege het idee dat je dan de “architecten van apartheid” aan het woord zou laten, toch mag van een academisch debat verlangd worden dat tenminste de gebruikte termen en frames getoetst worden.

Apartheid en Racisme
De termen apartheid, racisme en intersectionaliteit worden tijdens dit debat zonder enige context of uitleg gebruikt. Daarbij zijn de eerste twee woorden, apartheid en racisme, mobiliserende termen, om de massa in beweging te brengen. De Israëlische samenleving en de Israëlische staat worden met deze uitdrukkingen geframed en gedemoniseerd. In een academische context zou onderzocht en uitgelegd moeten worden, waarom juist deze woorden in deze setting gebruikt worden. Het zijn termen die het onderzoek in een kader kunnen zetten of die een theorie bevestigen dan wel weerleggen. Het derde woord intersectionaliteit is een sociale theorie, waarmee uitsluiting en onderdrukking in kaart gebracht kunnen worden. In de context van de woke-beweging wordt deze term echter mobiliserend gebruikt.

International Law
De geachte spreekster Hadeel Abu Hussein (Lawyer & Scholar at Oxford University) hield een uitstekend betoog over de situatie in Sheikh Jarrah en liet daarbij om de haverklap de woorden “International Law” vallen, wat met haar opleiding en werkzaamheden heel logisch is. Tegelijkertijd gaf ze aan dat de kwestie van de Arabische wijk Sheikh Jarrah in Jeruzalem-Oost, politiek, en niet juridisch, opgelost zou moeten worden. Niemand in het publiek of in het panel vraagt hoe die politieke oplossing er dan uit zou kunnen zien.

De term “international law” is in deze context niet waardevrij en onafhankelijk. Jeff Handmaker en Karin Arts hebben er zelfs een heel boek over geschreven, hoe “international law” als mobiliserende factor in de strijd voor wereldwijde rechtvaardigheid ingezet kan worden. Wat de utopie van “global justice” voor het bestaan van de Joodse staat Israël zou betekenen, hoeven we ons, gezien de staat van dienst van Jeff Handmaker, niet af te vragen. Als deze rattenvangers van Hamelen hun zin zouden krijgen, zou Israël geheel verdwijnen.

De termen apartheid, racisme, en “international law” worden dus in grote mate mobiliserend gebruikt en dragen niet aan een nuttig academisch debat bij. Het zou wel weer wetenschappelijk worden, als de studenten de opdracht krijgen te onderzoeken wáárom juist deze termen gebruikt worden. Als sociaal wetenschapper zou je alles ter discussie moeten stellen, ook de gebruikte termen.

Intersectionality
Intersectionaliteit is een analytisch raamwerk om te begrijpen hoe aspecten van iemands sociale- en politieke identiteit worden gecombineerd om verschillende vormen van discriminatie en privileges te creëren. De term werd bedacht door Kimberlé Crenshaw in 1989. Intersectionaliteit identificeert meerdere factoren van voordeel en nadeel. Voorbeelden van deze factoren zijn onder meer geslacht, kaste, geslacht, ras, etniciteit, klasse, seksualiteit, religie, handicap, gewicht, uiterlijk en lengte. Deze elkaar kruisende en overlappende sociale identiteiten kunnen zowel versterkend als onderdrukkend zijn.

Intersectioneel schema

In de sociale wetenschappen is dit begrip dus prima te gebruiken om onderdrukking en uitsluiting te analyseren en in kaart te brengen. Vreemd genoeg wordt de term echter door de woke-beweging, in Nederland door de partij BIJ1 van Sylvana Simons, gebruikt als politieke theorie en mobiliserende factor. Tijdens de hier beschreven bijeenkomst in het Koorenhuis kwam Waruguru Gaitho (Lecturer & Researcher at van Volenhove Institute) hier het meest dichtbij, door de strijd van zwarte lesbische vrouwen als voorbeeld voor de strijd van Arabieren in Israël te gebruiken. Het kan zijn dat ik het abstractie niveau mis om deze vergelijking goed te doorgronden, maar volgens mij kwam ze niet verder dan te stellen dat alle strijd met elkaar samenhangt en dat ze heel erg solidair met de strijd van Palestijnen is.

Het is jammer dat Waruguru Gaitho zich voor dit soort demonstratieve propaganda-bijeenkomsten laat misbruiken, omdat er op het gebied van rechten van vrouwen en de LGBTQIA+-community, juist in de Arabische samenleving, nog heel veel werk te verrichten is. Haar academische werk over de “correctieve verkrachting van lesbiennes” in de Zuid-Afrikaanse samenleving is moedig en zou veel meer serieus genomen moeten worden. Het is typerend, dat juist de Zuid-Afrikaanse academische deelnemers aan het debat liever het woord “apartheid” op een totaal ander land, met een andere geschiedenis en een andere sociale orde projecteren, dan zich met de werkelijke problemen in Zuid-Afrika te bemoeien.

A-historisch
Khalil Bitar (Evaluator and M&E Specialist) gaf een beeldende en heldere presentatie over de “facts on the ground” in Hebron. Door met een drone gemaakte foto-opnames, maakte hij inzichtelijk hoe de levens van Joden en Arabieren in Hebron gescheiden zijn. Interessant, omdat ik dit niet wist, is zijn observatie dat de scheidslijnen vaak onzichtbaar zijn, maar dat iedereen in Hebron toch weet waar hij/zij/hen/hun zich aan moet houden. Als jongetje gooide Khalil ooit vuilnis in de verkeerde vuilnisbak en werd door een Israëlische soldaat gecorrigeerd. Toch stond er geen bordje bij de vuilnisbak, dat dit verboden was. Ik hoor de dames en heren BDS-activisme nu al roepen: “Zie je wel Broer, met je hersens van natte pap, APARTHEID.” Het zou echter voor een student van Jeff Handmaker of van Dina Zbeidy toch interessant zijn eens uit te zoeken, in hoeverre de, wat zij apartheidssystemen noemen, in Israël en Zuid-Afrika, dan wel verschillen. Geen formele regels en geen bordjes in Hebron bijvoorbeeld. Nu lijkt het woord apartheid alleen gebruikt te worden om de studenten te mobiliseren en Israël in een beklaagdenbank te zetten.

Er was slechts een beperkte tijd per spreker, waardoor het verhaal van Khalid a-historisch bleef. Er is natuurlijk een aanloop naar deze situatie geweest. Het bloedbad van 1929 in Hebron, waarbij 67 Joden omkwamen, bijvoorbeeld. De vestiging van de eerste Joodse kolonie in Hebron, na de verovering in 1967, door  rabbijn Moshe Levinger. De massamoord in Grot der Patriarchen (1994) , waarbij 29 Arabieren omkwamen, is dan slechts de laatste stap naar de huidige situatie. De geschiedenis van de staat Israël is zo complex en gedifferentieerd, dat het simpele opplakken van een term als apartheid geen recht doet aan een academische standaard en aan de werkelijkheid. Hilariteit ontstond tijdens de interessante middag, toen Dina Zbeidy aan Khalil vroeg hoe hij dan ’s ochtends uit zijn huis kwam, als er zoveel Israëlische soldaten waren. Khalil Bitar antwoordde toen, dat hij in Duitsland woonde.

De vragen uit het publiek waren zeker interessant en een teken dat we de jonge generatie wel scherp kan nadenken. Een student van mogelijk Afrikaans afkomst vroeg, waarom de term apartheid op deze situatie te plakken, omdat dit een streven naar gelijke behandeling representeert. Als iedereen in Israël gelijk wordt behandeld, zou er naar zijn mening nog steeds een staat Israël zijn. Hij gaf de voorkeur aan de term “kolonialisme”. Hij zou in de bibliotheek van ISS, mijn boek over Vijftig Jaar Palestina Komitee moeten lezen, om een antwoord op deze vraag te krijgen, omdat de dames en heren in het panel het antwoord schuldig moesten blijven.

Een hoofddoek dragend meisje naast mij, vroeg in hoeverre religie een rol in deze strijd speelde. Tot mijn stomme verbazing gaf Hadeel Abu Hussein als antwoord, dat religie een prive-aangelegenheid is. Daarmee alle theorieën van de intersectionaliteit overboord gooiende en de “facts on the ground” van minder dan een jaar geleden, namelijk de mei-oorlog van 2021 negerende.

Kortom: Deze studenten verdienen beter, betere antwoorden, eerlijke antwoorden, een echt academisch debat met meerdere perspectieven, in plaats van een BDS-propaganda-bijeenkomst.