Tachtig jaar na het publiceren van de antifascistische cabaretteksten van Curt Bloch in de ondergronds uitgegeven magazines “Onderwater Cabaret”, komen de teksten en ontwerpen van de Duitse Joodse schrijver eindelijk weer boven water en worden in het Joodse Museum te Berlijn tentoongesteld.

Na het overleven van de onderduik in Enschede en Borne, vertrok Curt Bloch naar de Verenigde Staten en werd antiquair. Zijn beroep als Duitse jurist heeft hij nooit meer kunnen uitoefenen. Het boekwerk met de gebonden exemplaren van zijn cabaretteksten, die hij tijdens de onderduik had geschreven en gepubliceerd, stonden tachtig jaar lang in zijn boekenkast. Pas toen zijn kleindochter Duits ging studeren, werden de teksten herontdekt en in drie talen vertaald: Nederlands, Duits en Engels. Nu is zojuist een boek, een website en een tentoonstelling aan zijn werk gewijd.

De opening van de tentoonstelling over Curt Bloch in het Joodse Museum te Berlijn was vorige week een groot succes. We bezochten eerst de tentoonstelling zelf en daarna kwamen er wel tweehonderd mensen op de opening af. We ontmoetten tijdens de opening een Duitse mevrouw die 23 jaar in de Amsterdamse Nieuwmarktbuurt gewoond had en aan de vertaling had meegewerkt. Honderden anderen hebben ook meegewerkt, waaronder mijn eigen vrouw. Een Nederlands echtpaar uit Friesland was met de camper helemaal naar Berlijn gekomen en was ook bij zowel de tentoonstelling als de receptie aanwezig. Dat de wereld toch nog heel klein is, merkten we toen bleek dat ze in Großenkneten gewoond hebben en de stad Sulingen ook goed kennen. Door het grote netwerk dat de designer Thilo von Debschitz via sociale media smeedde, konden de familie Bloch uit New York, het Joodse Museum en de diverse vertalers en ontwerpers virtueel bij elkaar komen en het omvangrijke werk dat nodig was tot een goed einde brengen.

De afgelopen maanden werden er ’s avonds regelmatig Duitse woorden en flarden van zinnen naar mijn hoofd gegooid, met de indringende vraag hoe of dat in het Nederlands vertaald moest worden. De teksten waren vaak oubollig en niet meer van deze tijd. Inhoudelijk waren de teksten vaak tegen mensen met namen als Goebbels en Göring gericht. Ik zei tegen mijn vrouw: “De Tweede Wereldoorlog is voorbij. Het is van belang dat we nu de levende Joden steunen. Dat de nazi’s fout waren, was in 1943 misschien nog nieuwswaardig, intussen is er een nieuwe pogrom aan de gang.” Dat zijn natuurlijk meningen die een Nederlands-Duits huwelijk niet ten goede komen. Nu ik de tentoonstelling over Curt Bloch heb gezien, realiseer ik mij dat juist de uitgaven van deze magazines uit WOII voor de Duitse samenleving van enorm belang is. Curt Bloch keert op deze manier terug naar Duitsland.

Tijdens de receptie in het deftige Prenzlauer Berg, een dag later, merkte ik opnieuw hoe omvangrijk het netwerk en de taken zijn geweest. Bezoekers uit alle windstreken en verschillende landen leerden elkaar eindelijk kennen. We spraken met de dochter en kleindochter van Curt Bloch, met de docent Duits van de kleindochter en met de familie van Thilo von Debschitz. Het restaurant Kanaan, waar de receptie gehouden werd, serveert zowel Joodse-als Arabische gerechten en probeert juist in de huidige tijd een vredesboodschap over te brengen. Ik moest wel even slikken toen ik de portretten van Golda Meir en verschillende Arabische leiders naast elkaar zag hangen, maar ik heb mij ingehouden. Ik was tenslotte te gast. Een ander discutabel punt was, dat de receptie op vrijdagavond plaats vond, tijdens de sabbat dus, maar wie ben ik om andere mensen op hun eigen geboden en verboden te wijzen?