Disclaimer

De bijdragen aan het maatschappelijke debat, zoals op dit blog gepubliceerd, zijn bedoeld als ondersteuning van het recht op vrije meningsuiting. Mocht u desondanks in uw eer of goede naam aangetast worden, of nog erger dat u door deze teksten gekwetst wordt, lees dan eerst even de bijgaande disclaimer.

Friday, August 05, 2005

De Pleintest van Sharansky

Verzoen je nooit met een tiran

Trouw, 8 februari 2005.

Verbaasd is Natan Sjaranski al lang niet meer, als hij in de toespraken van president Bush citaten uit zijn boek terughoort-over democratie, over vrijheid en over de strijd tegen de tirannie. Verbaasd was hij ook niet toen hij Condoleezza Rice bij haar examen voor het ministerschap in de Senaat zijn 'Pleintest' voor een vrije samenleving hoorde citeren.

"De echte verbazing over mijn nieuwe status was al eerder", vertelt Sjaranski. "Dat was in november. Mijn boek, 'The Case for Democracy', was net uit toen ik een telefoontje kreeg. Bush wilde me spreken, hij was zo onder de indruk van mijn boek."

In het gesprek verontschuldigde Bush zich dat hij het boek nog niet uit had, hij was wel al op pagina 211 (van de 280). Amerikaanse journalisten merkten prompt op dat dit veel was. Voor het slapen gaan leest de president doorgaans zo'n 20 pagina's, dus lag hij al 10 avonden met Sjaranski in bed. Deze kan zich inmiddels geen beter reclamebureau wensen.

"Sjaranski's denken is deel van mijn presidentiële DNA, ik bedoel, dat is hoe ik denk, alleen heeft hij het beter opgeschreven", verkondigt Bush aan een ieder die het maar wil horen. Zijn toesprakenschrijvers hebben opdracht om de thema's van de strijd voor de vrijheid en tegen de tirannie in al zijn redevoeringen op te nemen. In zijn inauguratierede, zo telde een columnist, kwamen de woorden vrijheid en vrij 49 keer voor.

Sjaranski (57), die het label 'dissident' met trots draagt, moet nog wel wennen dat hij ineens serieus genomen wordt en nog wel door de bewoners van het Witte Huis. "Hier in Israël beschouwen ze me nog altijd als een 'kosmonaut' die niet met beide benen op de grond staat." Premier Sjaron voegde hem pas nog toe: "Je gedachten zijn interessant, maar ze passen hier niet."

Natan Sjaranski is een kleine man (1 meter 58) die met zijn strijd voor vrijheid de KGB en de Sovjetleiders trotseerde. Negen jaar van zijn leven bracht hij door in gevangenschap-16 maanden in de beruchte Lefortovo-gevangenis in Moskou, de rest in de Goelag in Siberië op de, valse, beschuldiging van spionage.

In zijn wereld zijn er twee soorten samenlevingen: de vrije en de angst-maatschappijen. Vrije samenlevingen zijn per definitie altijd vreedzaam, om de simpele reden dat in een democratie de leiders afhankelijk zijn van het volk en het volk geen oorlog wil. Daarentegen hebben de leiders in de zogeheten angst-maatschappij de dreiging van buiten nodig om hun macht te handhaven en om de onderdrukking in eigen land te rechtvaardigen.

De belangrijkste les die Sjaranski, ook uit persoonlijke ervaring, heeft geleerd is dat niets gevaarlijker is dan je te verzoenen met de dictaturen, met de tirannen. "Wij dissidenten hebben indertijd al gewaarschuwd dat vrede niet mogelijk is als de vrije wereld zich met de dictators blijft verzoenen."

De Sovjet-Unie is volgens hem niet uit uiteengevallen vanwege de détente, maar vanwege de strijd van de dissidenten en de compromisloze eis van de Amerikaanse president Reagan aan de Sovjetleiders om de mensenrechten in eigen land te respecteren.

Sjaranski: "Doorgaans willen de democratische landen de stabiliteit niet op het spel zetten. En dus leggen ze zich er bij neer dat andere regimes hun burgers onderdrukken."
In Sjaranski's visie is de wereld dan ook verdeeld tussen degenen die bereid zijn het kwaad te bestrijden en degenen die zich ermee verzoenen. Maar in tegenstelling tot doemdenkers die voorspellen dat de grote botsing tussen culturen onvermijdelijk is, beschouwt hij de democratie en de vrijheid niet als een exclusief westers goed.
"Er is geen enkele reden waarom de Arabische wereld niet in vrijheid en democratie zou kunnen leven. Het verlangen naar vrijheid is universeel. Kijk maar naar de verkiezingen in Irak. Mensen zijn daar met gevaar voor eigen leven naar de stembus gegaan. In Amerika, waar ze niets te vrezen hebben, is de opkomst niet zo hoog."

Kan of moet je die vrijheid en die democratie er dan in bombarderen, zoals in Irak?
"Nee", zegt Sjaranski. "Het idee van mijn boek is niet dat je ten strijde moet trekken met wapens. De Sovjet-Unie is gevallen zonder dat er een kogel is gelost. Wat er moet gebeuren is dat je je beleid koppelt aan duidelijke eisen, dat je geen genoegen neemt met onderdrukking. Dat is de manier om democratie af te dwingen."

"De revolutie van Bush is niet dat hij de strijd heeft aangebonden met het terrorisme - hij moest wel, na de aanslagen van 11 september. Zijn revolutie is dat hij een volgende stap heeft gezet, dat hij nu zegt dat je, om echt te winnen, ook moet proberen een democratie te vestigen.
Het was altijd praktijk de ene dictator met de andere te vervangen en dan liefst eentje met een Harvard-opleiding die jou beter gezind was. Daar zat nog een gedachte achter: 'ze hebben toch al een dictator en ze kunnen niet anders, dus laat het dan maar een dictator zijn die goed voor ons is'. Bush heeft daar nu mee gebroken."

Dat was, en is, ook de kern van Sjaranski's bezwaar tegen het Israëlische vredesbeleid en met name het Oslo-proces van premier Rabin. "Rabin probeerde vrede te sluiten met Arafat precies op die basis: wie beter dan Arafat kon zijn eigen mensen en dus ook zijn eigen extremisten onderdrukken? Rabin wilde Arafat helpen, zodat hij een sterke dictator kon zijn die voor rust zorgde. Maar Rabin ging eraan voorbij dat Arafat een dreiging van buitenaf nodig had om zijn regime te handhaven. En dus bleven de Palestijnen Israël als de satan beschrijven en kon er nooit echt vrede ontstaan."

Van het democratische gehalte van de nieuwe Palestijnse leiding heeft hij geen hoge pet op. "Ik ken Mahmoed Abbas, ik kan slechte en ik kan goede dingen over hem vertellen. Maar het maakt eigenlijk weinig uit wie er nu de leiding heeft. Van belang is dat nieuwe leiders kunnen breken met het verleden.

En wat vooral telt is de houding van de vrije wereld. De Palestijnen zijn afhankelijk van die vrije wereld, voor alles. Als die vrije wereld nu zegt dat ze die hulp alleen maar krijgen als ze democratische hervormingen doorvoeren, is er hoop. Misschien is Abbas er zelfs blij mee om zo onder druk gezet te worden. Ik heb Bush ook gezegd: we moeten ze steunen, aanmoedigen, met een Marshallplan komen, maar op voorwaarde dat ze een echte democratie opbouwen."
"Als ze dat doen dan ben ik niet die rechtse havik waar iedereen me voor houdt. Dan ben ik extreem links. Ik zeg al jaren dat ik bereid ben de Palestijnen alle rechten te geven, op één na: het recht mij te doden. En er is geen andere weg in dit heel kleine land, om te garanderen dat ze me niet willen vernietigen, dan dat ze een democratie worden. Daarom moet de omvang van onze concessies gelijk zijn aan de omvang van hun democratische hervormingen.
Daarom ben ik tegen eenzijdige terugtrekking, want je moedigt er geen democratische Palestijnse staat mee aan. Je moedigt er alleen de terreurstaat mee aan. Dat is slecht voor ons, dat is slecht voor de wereld. En de Palestijnen zijn er als eersten het slachtoffer van. Ook zij hebben recht op een echte democratie. Dat is wat Bush en Rice nu in al hun uitspraken herhalen, maar men luistert slecht en hoort alleen het deel van de Palestijnse staat, terwijl de essentie juist die democratie is."

Op de vraag of Sjaranski dan ook de Israëlische 'linkervleugeltest' haalt, namelijk of hij in dat geval bereid is tot een Israëlische terugtrekking naar de grenzen van 1967, aarzelt hij even. Dan klinkt er: "Dat is mogelijk. Als er een volledig democratische Palestijnse staat is, dan doen die grenzen er niet zoveel meer toe. Dan kan je ook een situatie hebben dat er daar Joden wonen, net zo goed als er in Israël Arabieren wonen. In het kabinet begrijpen ze me niet als ik me nu tegen ontmantelen van de nederzettingen verzet, omdat je in mijn visie het hele proces moet omkeren. Ik ben daar nog altijd de dissident."

En als hij de keus had tussen premier worden of dissident blijven? Sjaranski: ik kan geen premier worden, omdat ik dissident ben. Hoewel, ...er zit nu raar genoeg een dissident in het Witte Huis."

De 'pleintest' van Sjaranski:
Kan iemand in het midden van een stadsplein gaan staan en zijn of haar ideeën uiten zonder de angst opgepakt, gevangen gezet of fysiek aangevallen te worden? Als dat het geval is, leeft die persoon in een vrije samenleving. Zo niet, dan is het een op angst gebaseerde samenleving.

Op deze pleintest, in korte tijd beroemd geworden, komt nu ook kritiek. Want volgens de pleintest kunnen samenlevingen waar vrouwen geen stemrecht hebben, waar gediscrimineerd wordt, of waar de economie streng gecontroleerd wordt, nog altijd vrij zijn. Als je maar je mening kunt zeggen op het stadsplein.
De test toont in wezen alleen dat een samenleving die vrij is, niet noodzakelijkerwijs ook rechtvaardig is. Elke maatschappij die aan de pleintest voldoet, voldoet aan het vrijheidscriterium. Daarentegen kunnen samenlevingen die gebaseerd zijn op angst nooit vrij zijn en zijn zij altijd onrechtvaardig.

tot nu toe:
Voorwoord, Inleiding, Artikel uit Trouw,
Hoofdstuk 1 , Hoofdstuk 2, Hoofdstuk 3, en dan nu:

No comments: