Eindelijk, na 12 jaar blogs over Amin Abou Rashed en zijn fondsenwerving voor Hamas schrijven, zit ik dan in de wachtruimte voor de publieke tribune, van de Rechtbank Rotterdam. Wat zijn de feiten die het Openbaar Ministerie en de FIOD hebben verzameld, die er toe hebben geleid dat er nu toch een rechtszaak komt? Mag Amin Abou Rashed zijn proces in vrijheid afwachten of moet hij in de PI Sittard blijven, ver weg van zijn familie? Het zijn vragen waarop ik vandaag een antwoord hoop te krijgen.

Oscar Bergamin, de aanvoerder van het comité “Free Amin Abou Rashed” (zie foto) komt de wachtruimte binnen en vraagt of ik weer een blog over hem ga schrijven. “Niet over jou maar over Amin Abou Rashed”, antwoord ik. Er ontspint zich een discussie over de vraag waarom The Rights Forum en het Palestina Komitee geen solidariteit met de vermoedelijke fondsenwerver hebben getoond. Waarom heeft het ELSC, met Liesbeth Zegveld en Brechtje Vossenberg geen advocaat ter beschikking gesteld? Het stellen van de vraag is tegelijkertijd ook al het antwoord geven. Ze trekken hun keutel in en willen niet met deze zaak geassocieerd worden. Oscar Bergamin vertelt mij, dat hij wel regelmatig contact met de overige pro-Palestijnse organisaties heeft.

Er komt een politievrouw de trap naar de wachtruimte op en vraagt naar een mijnheer Broere. Ik mag meekomen naar de rechtszaal zelf om daar plaats te nemen. Er komt een politieman naast mij zitten, voor de veiligheid. Iets verderop zitten dochter Ieman Abou Rashed, haar man, de vrouw van Amin, en de broer van Amin Abou Rashed. Ook in de zaal aanwezig: een man van de FIOD, een reporter van het AD en een vertegenwoordiger van de NPO, die een podcast opneemt. (De winteractie van Anne).

De belangrijkste feiten over Amin Abou Rashed, die je echt alleen in de rechtszaal hoort en die in geen enkel ander medium, zij het Trouw, AD of NPO, worden weergegeven, vind je in mijn Twitter-bericht van direct na de rechtszitting:

Tijdens de pauze blijf ik in de kleine ruimte tussen bewaking en rechtszaal staan. Weliswaar voel ik mij in het geheel niet bedreigd of in gevaar, tenslotte heb ik net nog naast de vrouw van de belangrijkste vertegenwoordiger van Hamas in Nederland gezeten, maar je weet nooit wat er buiten gebeurt. Daardoor kom ik in gesprek met de vertegenwoordiger van de FIOD, die mij vertelt waarom het allemaal zo lang geduurd heeft, voordat Amin Abou Rashed voor de rechter komt. De feiten zijn tenslotte al sinds 2014 bekend. Het heeft te maken met de onderzoekscapaciteit en de focus van banken op witwassen en naleven van internationale regels. Tot voor kort kon er zonder bezwaar geld naar het buitenland worden overgemaakt, maar sinds kort zijn banken verplicht elke verdachte transactie te monitoren. In dit geval zijn er girale overboekingen naar een aan de terreurorganisatie Hamas gelieerde bank geconstateerd.

De tolk van Amin Abou Rashed is ook in de krappe wachtruimte aanwezig en ik praat met hem over het Arabische dialect van Amin Abou Rashed. Dat blijkt een Syrische/Libanese variant van het Arabisch te zijn, die afwijkt van het standaard Arabisch. Ik vraag de tolk ook nog of hij zelf het Egyptische Arabisch spreekt. Hij is daar heel verbaasd over, omdat het inderdaad klopt, maar niemand vraagt dat ooit aan hem. Mijn onderzoekservaring als cultureel antropoloog is dus toch nog ergens goed voor geweest.
(Bestuurslid Ibrahim Al-Baz van het Palestina Komitee is op bovenstaande foto te zien)

De advocaat van Amin Abou Rashed heeft tijdens de zitting een tranentrekkend relaas over de medische toestand van Amin Abou Rashed ten gehore gebracht. Hij heeft slechts één arm, een nieuwe heup en mist een oog. Nu is Amin bang om door hoge bloeddruk ook het andere oog te verliezen. Hij mag vaak niet alle medicijnen, die hij per dag nodig heeft, in één keer in zijn cel hebben. Hij zit ver weg van zijn familie in de PI Sittard en kan daar het Limburgse dialect niet verstaan. Toch mag dat de rechtbank niet vermurwen en wordt besloten dat Amin Abou Rashed in ieder geval tot 7 december, 15:30 uur, het tijdstip van de volgende pro-forma-zitting, in voorarrest blijft. Het vluchtgevaar is hoog en de kans op herhaling is groot. Bovendien zijn alle vier aanklachten, overtreding van de sanctiewet 1977, deelname aan een criminele vereniging, geld witwassen en voortzetting van activiteiten van een verboden stichting (Al Aqsa), ernstig genoeg om een voorarrest te rechtvaardigen.

Eenmaal buiten de rechtbank aangekomen word ik op een hele vervelende manier door Bob Scholte van het videokanaal LeftLaser geïnterviewd. Hij wil me niet laten gaan en blijft mij volgen. Ik ken Bob Scholte uit 2015 toen hij tijdens een discussie op de VU mij intimideerde door 200 foto’s van mij te maken. Bovendien werkte hij in 2017 met Amin Abou Rashed samen bij de organisatie van een demonstratie tegen de Israëlische premier Netanyahu, in Den Haag. Dat alles bedenkende aarzel ik direct naar mijn auto te lopen. Je weet maar nooit met die terreurondersteuners. Ik ben benieuwd of hij de videobeelden gaat gebruiken. Hier onder zie je mijn eigen opname:

LeftLaser maakt hele vervelende interviews en valt mensen lastig.