Tijdens de pro-forma zitting met de vermoedelijke Hamas-fondsenwerver Amin Abou Rashed, van afgelopen dinsdag 26 september 2023, hanteerde advocate Jill Leyten een opmerkelijke verdedigingsstrategie. Ze probeert twijfel te zaaien en haalt trucjes uit.

Amin Abou Rashed wordt ervan verdacht de activiteiten van de verboden Stichting Al Aqsa te hebben voortgezet. Amin zit zelf niet in het bestuur van de opvolger van Al Aqsa, de stichting ISRAA. Zijn dochter Ieman zat ooit in het bestuur en de laatste tijd zat daar dochter Israa. Abou Rashed zou de lijst van donateurs van de huidige Stichting ISRAA hebben overgenomen, om de activiteiten van Stichting Al Aqsa voort te zetten. Hij zou de donateurs allemaal 35 Euro per maand hebben laten betalen.

Bovendien wordt Amin Abou Rashed er van beschuldigd de Sanctiewet 1977 te hebben overtreden. Deze wet stelt wettelijke eisen aan (financiële) instellingen om hun integriteit te waarborgen en zo ongewenste handel, witwassen en terrorisme te bestrijden. Door deze overtreding te organiseren, wordt Amin Abou Rashed er ook van verdacht deel van een criminele vereniging uit te maken. In totaal zijn er daardoor vier beschuldigingen, die allemaal ernstig genoeg zijn om een voorlopige hechtenis te rechtvaardigen.

Volgens advocate Jill Leyten komen de bewijzen in deze zaak allemaal van de firma Bluewater Intelligence gevestigd in de Verenigde Staten, die ook voor de regering van Israël werkt. De bewijzen zouden daarom minder betrouwbaar zijn. De FIOD stelt echter dat er verdachte girale overboekingen naar de “Mercy Association” zijn gedaan. Deze organisatie is betrokken bij Hamas. De Islamic National Bank staat ook op de sanctielijst en één van de bestuursleden van deze bank is een hoge Hamas-functionaris. Er zijn, op in beslag genomen computers, bankafschriften van deze bank gevonden. Vanuit deze bank worden de salarissen van Hamas-medewerkers betaald. In het huis van Amin Abou Rashed zijn voorwerpen van de militaire tak van Hamas gevonden. Al deze feiten, door de FIOD en politie zelf geconstateerd, laten betrokkenheid bij Hamas zien.

De verdediging bij monde van advocate Jill Leyten formuleert als verweer, dat betrokkenheid een te vage term is en dat die nog bewezen moet worden.

De Stichting ISRAA maakt volgens het Openbaar Ministerie deel uit van de “Union of Good”, dat fondsen voor Hamas verzamelt. Deze organisatie doet zich voor als liefdadigheidsorganisatie, terwijl ook gelden naar Hamas vloeien. De Holy Land Foundation is daar destijds, ruim twintig jaar geleden, in de Verenigde Staten voor veroordeeld. Amin Abou Rashed stond destijds in 2004 al, als vertegenwoordiger van de Stichting Al Aqsa, in de boeken van de Holy Land Foundation . De verdenking is dat hij deze activiteiten heeft voortgezet.

Deze activiteiten van de “Union of Good” worden gecoördineerd door het “Palestinians Relief and Development Fund (Interpal)” dat vooral in het Verenigd Koninkrijk, maar ook in Nederland optreedt. De Stichting ISRAA heeft ook een afdeling in Gaza, met als directeur Ibrahim Gudai. Deze man heeft een direct contact met de militaire tak van Hamas. Volgens de schoonzoon van Amin Abou Rashed wordt er contant geld meegenomen naar Israël, dat uiteindelijk in Gaza bij de “Union of Good” terecht komt. Natuurlijk zegt de advocate van Amin Abou Rashed, dat die verbanden nog bewezen moet worden. “Is het geld wel echt aan Hamas ten goede gekomen?” en ” Wat betekent het gelieerd zijn aan Hamas nu eigenlijk precies?”. De bestuursleden van ISRAA en de schoonzoon stellen dat het haast niet mogelijk is geld naar Gaza over te maken, zonder dat Hamas erbij betrokken is. Ongeveer tachtig procent van het inkomen van Gaza komt uit geld van NGO’s. “Is het überhaupt mogelijk geld naar Gaza over te maken, zonder dat Hamas erbij betrokken is?”

Een andere truc die de advocate van Amin Abou Rashed uithaalt, is suggereren dat er interne emails zijn, die de rechtbank niet kent, waarin het Openbaar Ministerie stelt dat het onderzoek dit jaar afgerond moet zijn. De Officier van Justitie was kwaad over deze bewering, omdat de advocaat die emails, die niet voor haar bestemd zijn, had moeten melden. Later blijkt dat ook de rechter deze emails in een verzameling documenten heeft ontvangen.

Het onderzoek wordt vertraagd, doordat de telefoon van Amin Abou Rashed niet gekraakt kan worden. Hij weigert de toegangscode te geven. Het Openbaar Minsiterie vermoedt dat op deze telefoon nog meer overboekingen naar verdachte banken staan en dat het netwerk, waar de verdachte deel van uitmaakt nog grotendeels ontsluierd moet worden. Er zijn veel data-dragers en apparaten die nog uitgelezen moeten worden. Het commentaar van de advocate op deze onthulling is: “We moeten nog maar zien wat de FIOD in het dossier stopt.” Ook die opmerking wekt de woede van het Openbaar Ministerie op. Alle FIOD medewerkers werken onder een ambtseed en zullen alle bekende informatie, zowel pro-als ook contra, in het dossier stoppen.

Amin Abou Rashed is tot nog toe nog niet door de reclassering onderzocht, waardoor het onduidelijk is of hij medisch gezien geschikt voor voorarrest is. De verdediging heeft wel de private organisatie Forensisch Maatwerk een rapport laten schrijven. Uit dat rapport blijkt dat Amin Abou Rashed door zijn vele medisch problemen, slechts één oog, hoge bloeddruk, een kunstmatige heup en maar één arm, niet in staat is in voorarrest te blijven en dat hij met een enkelband vrijgelaten zou kunnen worden. Het Openbaar Ministerie stelt echter dat een enkelband niet bij voorarrest wordt gebruikt, omdat het geen herhaling van strafdaden voorkomt. De rechter heeft afgelopen dinsdag een echt officieel reclasseringsonderzoek gelast.

Wat betreft de verwachte strafmaat, refereert de Officier van Justitie naar de zeer kleine verzameling aan jurisprudentie. Er zijn nog haast geen mensen veroordeeld voor overtreden van sanctiewetten. Er is een veroordeling van Tamil Tijgers (Sri Lanka) die vanuit Nederland geld naar deze organisatie hebben doorgesluisd. Die zijn veroordeeld tot zes jaar cel, en dat werd later tot vijf jaar verlaagd. Er hangt Amin Abou Rashed dus een behoorlijke straf boven het hoofd. Zijn dochter komt er waarschijnlijk genadiger vanaf, omdat ze heeft gehandeld onder invloed van de vader en omdat de duur van het plegen van de strafdaden korter is dan bij de vader.

Amin Abou Rashed heeft aangeboden zich helemaal uit alle organisaties terug te trekken en zonder contacten in zijn huis te blijven zitten. Intussen heeft zijn dochter Israa zich op 3 juli 2023 al als bestuurslid van de Stichting ISRAA laten uitschrijven. Het is trouwens onbegrijpelijk dat Anne Jellema zich na alle verhoren die ze heeft ondergaan en alle zware beschuldigingen, nog steeds als bestuurslid staat ingeschreven. Dat geldt ook voor Wilhelmina Johanna Maria Meiland (29-09-1979).

Tijdens de pro-forma zitting maakt de vrouw van Amin Abou Rashed, ondanks alle waarschuwingen dat fotograferen verboden is, toch een foto. Een politieagent moet er aan te pas komen om de foto te verwijderen.

De volgende pro-forma zitting zal op donderdag 7 december om 15:30 uur plaats vinden. Ik moet er wel bij vertellen dat ik op deze pro-forma zitting opmerkzaam werd doordat er door Samidoun een demonstratie werd aangekondigd. Aanvankelijk zou deze zitting op 4 oktober plaatsvinden. Wie dus de volgende keer naar de rechtszaal wil komen, zal dit goed in de gaten moeten houden.