Na 1981 wilde hij mij niet meer zien en ik begrijp nog steeds niet waarom. De campagnes voor de Tweede kamer verkiezingen 1981 waren in volle gang. De PvdA had op het Museumplein een grote tent opgebouwd. Voor in de tent waren verschillende stands van actiegroepen en partijafdelingen opgebouwd. Een aantal anarchisten wilden daar pamfletten uitdelen, maar dat werd niet op prijs gesteld door het aanwezige PvdA kader. Een handgemeen ontstond. Een tafel werd omver gegooid. Je weet wel hoe dat gaat.
We hadden nog wat rookbommen overgehouden aan de Kroning 1980 en die moesten nu echt gebruikt worden. Ze begonnen namelijk al naar chloor te stinken. We wisten dat Joop den Uyl bij de bijeenkomst van de PvdA aanwezig zou zijn en het leek ons een goed idee een rooksignaal naar de grote Sociaal-Democratisch leider af te geven. Aangezien we de tent uitgewerkt waren, konden we alleen maar onder de zeilen door naar binnen gluren. Liesbeth den Uyl had reeds een gloeiend betoog over Rode Vrouwen in Argentinië, of een thema van gelijke strekking, afgestoken en spoedig zou Joop aan het woord komen. De spanning steeg.
Een delegatie van de CPN-Jugend betrad het Museumplein en wilde met ons op de vuist. We hadden namelijk de avond daarvoor een verkiezingsbord van de CPN omgezaagd. Je moet toch wat. Wij wisten met ronkende rethoriek dit gevaar af te weren. "We moeten één vuist vormen in de klassestrijd", voegden wij de dappere jonge communisten toe. Is er dan niemand die van ons houdt, vroeg ik mij verbijsterd af.
Intussen hingen we nog steeds rond bij de tent van de sociaal-democratische renegaten. "Twee dingen goed begrijpen......" Hoorden we een stem van achter het tentzeil zeggen. Het moment was daar. We staken een rookbom aan en schoven die onder het tentzeil door. Met een enorm spectaculair gevolg, mag ik wel zeggen. Hoestend en proestend kwamen de leden van de PvdA naar buiten. Joop den Uyl werd via de achterkant van de tent naar buiten gebracht door de geniale schrijver Harry Mulisch.
"Möllisch is Vullis" werd er naar hem geschreeuwd. "Van het Reve, dat is Leve". De Eminence Grise van de Nederlandse Literatuur liet zich hierdoor echter niet uit het veld slaan. Met ferme tred en Joop aan de arm stapte hij op de geparkeerde auto van Joop den Uyl af. "Mooie auto" riepen enkele anarchisten. "Inderdaad", antwoordde Joop. Samen reden ze weg.
No comments:
Post a Comment