De Meta-boodschappen in het Manifest voor een Multi-Culturele Samenleving
door Keesjemaduraatje
Er is net een manifest verschenen met de titel "Één land , één bevolking..", dat ondertekend is door een aantal oud-politici van vrijwel alle politieke partijen. Het gaat over het teloorgaan van de Multi-Culturele Samenleving en hoe onvriendelijk we de laatste tijd tegen elkaar doen. Het is geschreven door Rinus Penninx, hoogleraar ethnische studies. Normaal gesproken houden wetenschappers zich bezig met het bestuderen van verschijnselen en niet met het becommentarieren en hun eigen mening geven. Bij sociale studies is dat iets anders. Daar mogen bepaalde problemen niet gesignaleerd worden, omdat ze volgens de heersende politiek correcte ideologie niet mogen bestaan. Maar dat terzijde. Ik wilde eigenlijk de meta-boodschappen uit het manifest halen, dat wil zeggen: "wat is de bovenliggende boodschap die de politici eigenlijk over willen brengen?"
Mijn commentaren zijn in het vet.
Het manifest kan je hier lezen
Het begint al meteen met een hele conservatieve mededeling:
De Nederlandse samenleving wordt sinds enkele decennia geconfronteerd met grote veranderingen die soms hoop maar soms ook onzekerheden inboezemen: secularisatie, nieuwe technologie, mondialisering en de val van de Berlijnse muur.
commentaar: hier wordt de toon gezet, namelijk dat de conflicten tussen bevolkingsgroepen te maken hebben met angst en onzekerheid. Vergelijk de opmerking van Femke Halsema over de "handelaren in angst". In feite zijn het ontwikkelingen die al heel lang spelen: secularisatie is al 100 jaar aan de gang. Nieuwe technologieën zijn al sinds de Middeleeuwen de oorzaak voor politieke veranderingen, denk aan de boekdrukkunst en het buskruit. De val van Berlijnse muur is juist een teken van het einde van een diktatuur en niet een reden tot angst.
Dan gaat het verder:
Sinds 11 september 2001 en de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh is de Nederlandse samenleving in verwarring: het vertrouwen in zichzelf en in de ander wankelt.
commentaar:De oorzaak is juist, het gevolg is weer "psychologisch beschreven". De Nederlanders zagen volgens mij in dat er een nieuwe gewelddadige diktatuur dreigt. De Metaboodschap achter deze twee zinnen is: "Nederlanders zijn onzeker en angstig en daarom ..."
Nu komt het conservatieve deel:
De gemeenschap die na de Tweede Wereldoorlog eensgezind, doortastend en in samenwerking met nieuwkomers werkte aan de wederopbouw verkeert in een vertrouwenscrisis. De Nederlandse assertiviteit en openheid hebben plaatsgemaakt voor vertwijfeling en treurnis om het 'verwaarloosde nationalisme' en de 'verloren identiteit'. De internationale waardering voor het unieke Hollandse model van tolerantie en overleg is omgeslagen in afkeurende verbazing over de snelle polarisatie en verharding van verhoudingen in de samenleving en in beleid. Nederland heeft daarmee zijn onschuld, respect en rol als gidsland verloren. Hoe kon het zover komen?
Dit is een verheerlijking van het verleden en een weergave van een historie die nooit heeft bestaan. Er zijn in Nederland altijd conflicten geweest: Tussen werkgevers en werknemers, tussen studenten en regenten. Het zegt wel iets over de ondertekenaars als ze de jaren vijftig en zestig zo rooskleurig afschilderen. Ik herinner mij alleen angst tijdens de Hongaarse- Tsjechische en Poolse opstanden en tijdens de Cuba-crisis en de Vietnamoorlog. Het zijn oude ondertekenaars die hun eigen jeugd verheelijken. De Meta boodschap hier: "Vroegah was alles Betah, en was het gras veel Groenah, vooral in de Wintah!!
Thema globalisering en immigratie:
Nederland is de laatste decennia op allerlei manieren steeds voelbaarder onderdeel geworden van de wereldgemeenschap. Dat heeft ons land economisch geen windeieren gelegd, en ook cultureel en politiek is de Nederlandse invloed vaak sterker geweest dan de grootte van ons land doet vermoeden. Tegelijkertijd en onvermijdelijk heeft het wereldtoneel zich ook steeds meer naar Nederlandse bodem verplaatst, met alle voordelen, maar ook de nadelen en wrijvingen van dien. Zulke veranderingen brengen dus goede dingen, maar ze doen ook pijn.
De ongelijkheid van politieke verhoudingen, van economische kansen en van uitoefening van democratische rechten in de wereld heeft mensen in dekolonisatieprocessen, via arbeidsmigratie en in vluchtbewegingen van hun oorspronkelijke plaats doen vertrekken. Een deel van deze mensen uit andere delen van de wereld en met andere normen, waarden en religies heeft zijn toekomst in Nederland gezocht en gevonden. De integratie van ontwortelde groepen in een nieuwe samenleving is in de regel een proces dat moeite en tijd kost en inspanningen vraagt van twee partijen: van immigranten zelf én van de samenleving van vestiging.
Hoewel de Nederlandse overheid een tijd lang geweigerd heeft om Nederland een immigratieland te noemen, heeft zij in de jaren tachtig van de vorige eeuw toch een duidelijk minderhedenbeleid ontwikkeld om de integratie van deze nieuwe bevolkingsgroepen te bevorderen. Het huisvestingsprobleem - een heet hangijzer in die tijd - is goeddeels opgelost. De participatie van immigranten in de politiek en in overheidsorganen is sterk toegenomen. Veel immigranten kozen ervoor om Nederlands staatsburger te worden, mede dankzij de mogelijkheid van de dubbele nationaliteit. Op de arbeidsmarkt en in het onderwijs hebben de resultaten niet alleen langer op zich laten wachten, maar zijn ze ook minder eenduidig positief. Dit hangt samen met de afnemende invloed van de overheid op de arbeidsmarkt, en de problemen die een deel van de kinderen van immigranten in het onderwijs ondervonden en -vinden vanwege de combinatie van taal-, cultuur- en sociaal-economische klasse. Desondanks zijn veel immigranten en hun nakomelingen succesvol gebleken in alle sectoren van het maatschappelijke leven: toneel, literatuur, cabaret, sport, film, wetenschap, media, politiek, enzovoort.
Het in Nederland historisch diepgewortelde besef van en respect voor verschil heeft geleid tot een systeem van tolerantie en vrijheid van godsdienst dat alle minderheden kansen gaf. Ook immigranten - onder wie moslims en Hindoes - hebben in die traditie religieuze voorzieningen van de grond kunnen krijgen, vaak met steun van de (lokale) overheid, kerken en het maatschappelijk middenveld. De brede coalitie rondom het minderhedenbeleid, gevormd door de landelijke overheid, gemeenten en provincies, maatschappelijke en politieke organisaties, immigrantenorganisaties, kerken en culturele organisaties, maakte dit beleid tot een uniek model in Europa, ja, zelfs in de wereld.
De dynamiek ervan gaf Nederland een perspectief voor de toekomst: samen bouwen wij een nieuwe samenleving op. Ondanks de grote werkloosheid van de jaren tachtig hebben velen met grote inzet aan die nieuwe samenleving gewerkt, en die werd breed aanvaard. En zonder dat die term in het beleid bewust werd gebruikt, werd die samenleving gaandeweg 'multicultureel' genoemd. Dit betekent niet dat er geen problemen waren - anders was beleid ook niet nodig -, maar deze werden als oplosbaar gezien, op basis van inzet van twee kanten. De verwachting was dat de onvermijdelijke problemen van 'ontworteling' uit de oude en 'ingroeiing' in de nieuwe samenleving, die zich vaak het duidelijkst manifesteren bij de tweede generatie, met de tijd en een intensivering van het minderhedenbeleid te overwinnen waren.
De metaboodschap uit bovenstaande stuk is: "De Multi-Culturele Samenleving zoals die door de Paarse Regeringen en zijn voorgangers is nagestreefd en opgebouwd was best wel goed geslaagd. We begrijpen eigenlijk niet waarom er zo'n gedoe is." De drie redenen voor spanning in de samenleving die in het begin werden genoemd, zijn door de schrijver al weer vergeten: 11-09, Pim en Theo.
De laatste jaren echter, heeft een heel andere kijk op veranderingen in Nederland, op immigratie en integratie van nieuwkomers en hun plaats in de samenleving de overhand gekregen. In het huidige politieke en maatschappelijke klimaat worden de ontwikkelingen in het recente verleden neergezet als een multicultureel drama, en wordt het integratiebeleid mislukt verklaard. Volgens deze luidruchtige (Commentaar: dit slaat op Pim en de LPF)opvatting zou de Nederlandse samenleving haar eigen nationale identiteit moeten cultiveren en bewaken, en van degenen die hier komen (en in het verleden zijn gekomen) moeten verlangen dat zij zich aanpassen. Geen tolerantie en gedogen, maar eisen en sancties. Diversiteit is geen kans of winst, maar een mogelijk gevaar. De van immigranten geëiste integratie komt neer op assimilatie. (commentaar: dit laatste is een leugen. Er is nooit gevraagd om assimilatie, maar om een paar basisbeginselen van de democratie te accepteren: rechten van vrouwen en homo's, vrijheid van meningsuiting, etc)
Deze 'herdefinitie van de werkelijkheid' (wij zeggen: openheid en de feiten noemen) treft de brede categorie van 'allochtonen' en immigranten in het algemeen, maar sinds de jaren negentig en in het bijzonder sinds de terreurdaden van een klein aantal extremisten die zich ter rechtvaardiging op de islam beroepen, vooral de islamitische immigranten en hun kinderen. In de populistische vertogen gaan alle nuances verloren en wordt de tweedeling wij-zij voortdurend bevestigd. (commentaar: dat de nuance verloren gaat klopt, maar dat komt vooral doordat de critici van een multi-culturele samenleving voortdurend als racisten worden bestempeld. Of een antwoord op het terrorisme nu populistisch is of niet, het gaat er in de eerste plaats om terreur af te wijzen.)
De gebeurtenissen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten en de latere aanslagen in Madrid en Londen, hebben de aanhangers van deze denkwijze en populistische oplossingen van het migratie- en integratievraagstuk de wind in de zeilen gegeven. De moord op Pim Fortuyn en later die op Theo van Gogh alsmede de angst voor het terrorisme van moslim -extremisten hebben nog veel concreter als aanjager gediend.
(Hier wordt op een nette manier gezegd: racisten waren er altijd al, maar nu kregen ze een kans, door die domme terroristen.
Dat populisme (derde keer het woord "populistisch") speelt in op gevoelens van onzekerheid en onvrede bij een deel van de autochtone bevolking met name in de achterstandswijken, die het sterkst geconfronteerd worden met de snelle veranderingen en de negatieve kanten ervan. De tweespalt die dat zaait, legt echter een zware hypotheek op de constructieve oplossingen die noodzakelijk zijn. ( die constructieve oplossingen komen nu pas dankzij de inspanningen van de LPF in Rotterdam. De PvdA heeft de problemen nooit willen zien.)
Niet alleen zijn het politieke klimaat en de publieke opinie drastisch gewijzigd, met het denken en erover spreken is ook het gedrag veranderd. Dat uit zich onder andere in animositeit en fysiek geweld jegens en vernederingen van immigranten in het algemeen en moslims in het bijzonder. Het resultaat is een verdeeld Nederland. Spanningen tussen de autochtone en allochtone bevolkingsgroepen zijn overal voelbaar. Wantrouwen en angst domineren de relaties. Die polarisatie werkt door in de verhoudingen tussen jongeren: een deel van de autochtone jeugd wordt steeds openlijker in zijn afkeer van allochtonen, een deel van de allochtone jongeren sluit zich steeds meer af van de samenleving of zet zich ertegen af. Beide groeperingen staan met de rug naar elkaar toe.
(Commentaar: Hier wordt weer de angst als oorzaak voor spanningen aangewezen en worden de werkelijke oorzaken niet onderkent. Het fysieke geweld is een leugen. Het meeste geweld wordt door Marokkaanse jochies uitgeoefend.)
Als antwoord op de populistische (4)stem is gekozen voor een beleid dat eerder is gericht op het tegenhouden van nieuwkomers dan op het maatschappelijk integreren van de al aanwezige immigranten. Dat beleid krijgt daarmee meer de status van vreemdelingenbeleid dan van integratiebeleid. Bovendien staan de maatregelen op het terrein van de inburgering en de uitspraken op het godsdienstige vlak op gespannen voet met de Nederlandse grondwet en de internationale verdragen. De toon van het kabinetsbeleid versterkt het 'wij-zij-denken' en vervreemdt de nieuwe burgers van bestuur en samenleving. Kortom: de ingeslagen weg werkt averechts. De Nederlandse politiek lijkt eerder gekozen te hebben voor een naar binnen gekeerd provincialisme dan voor een open en tolerante samenleving.
(Commentaar: dit Manifest was al geschreven voor de Gemeenteraadsverkiezingen, anders wisten de schrijvers dat de allochtonen juist massaal hebben deelgenomen aan de democratie. Blijkbaar begint de harde aanpak vruchten af te werpen. )
Eenheid in verscheidenheid (Deze kreet is een oproep tot verzuiling, in feite een weg terug )
Hier volgt een stuk over gelijke rechten en plichten, dat ik weglaat, omdat het gewoon de rechtstaat beschrijft en die niemand ter discussie stelt.
Met de nieuwe burgers - al dan niet met een islamitische achtergrond - dient een gelijkwaardig, diepgaand en constructief gesprek gevoerd te worden om tot een coalitie en een strategie te komen om dit ideaal te bereiken.
(meta-message: "jullie een beetje toegeven en wij een beetje toegeven")
(....)
Allereerst dienen de democratische rechtsstaat, de grondwet alsmede de internationale verdragen en de andere wetten hét juridische handelingskader kader te vormen voor ons allen, óók voor de overheid. De culturele verscheidenheid van de bevolking dient- indien niet strijdig met de beginselen van de rechtstaat- erkend en gewaardeerd te worden. Alle burgers zijn voor de wet gelijk. Zij hebben dezelfde grondrechten en worden gelijkelijk beschermd tegen racisme, discriminatie en extremisme. Geweld, van wiens kant dan ook, dient in het belang van allen, met kracht strafrechtelijk bestreden te worden.
De scheiding tussen kerk en staat wordt door iedereen in acht genomen. Er dient een duidelijke scheiding gemaakt te worden tussen het integratie- en het vreemdelingenbeleid, en het vreemdelingenbeleid dient rekening te houden met mogelijke effecten voor (de integratie van) legaal verblijvenden. Het vreemdelingenbeleid is bedoeld om de toelating tot Nederland te reguleren. Het integratiebeleid is erop gericht om degenen die zijn toegelaten zo snel mogelijk een zelfstandige en volwaardige plaats in de samenleving te geven. Naturalisatie kan daarbij behulpzaam zijn en dient dus niet bemoeilijkt te worden.
Van cruciaal belang voor de participatie en integratie van de nieuwe burgers in de samenleving is hun positie in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Daar moet alle beleidsenergie op gericht worden. Om de eenheid en onderlinge solidariteit te versterken dienen vooral de problemen van de onderkant van de samenleving aangepakt te worden: die van autochtonen én allochtonen. De internationale ervaringen leren dat een sociale tweedeling een bron is van etnische spanningen en conflicten. Het ontstaan van ghetto -achtige en verloederde buurten dient daarom met man en macht voorkomen te worden. Voor de vergroeiing van de nieuwe burgers met de samenleving is een positief politiek en maatschappelijk klimaat vereist, dat hun binding met Nederland versterkt. Zowel met het oog op deze binding alsook in het belang van het stimuleren van de potentiële creativiteit en talenten binnen de nieuwe gemeenschappen is ook een grotere aandacht voor de sectoren sport, kunst en cultuur zeer gewenst. Juist op deze terreinen manifesteren zich steeds meer helden, voorbeelden en idolen, die een uitstraling op de hele Nederlandse bevolking uitoefenen..
Het verwezenlijken van dit ideaal vraagt niet alleen van de overheid, maar ook van alle (oude én nieuwe) burgers een omslag in het denken. De overheid zal moeten erkennen dat zowel de inhoud van het beleid als de toon ervan moet veranderen, van drang en dwang naar overtuigen, overleg en medeverantwoordelijkheid. (Het is de taak van de overheid de wetten te handhaven en de democratie te beschermen. Het moet niet erger worden als de overheid ook nog eens in overleg en met overtuiging de wetten aan de man moet proberen te brengen[/b)]
De samenleving - met het bedrijfsleven voorop - zal zich moeten openstellen voor nieuwe medeburgers en met hen samenwerken.
([b]message: buitenlanders worden gediscrimineerd op de arbeidsmarkt. Een riedel die je nu weer vaker hoort en waarbij telkens vergeten wordt, dat veel jongeren hun opleiding niet afmaken of door hun gedrag niet geschikt zijn om een stage te doen.
En de nieuwe burgers, van hun kant, zullen Nederland emotioneel als hun land moeten koesteren, een gevoelsverandering die niet kan ontstaan zonder vertrouwen. Iedereen zal dus over de eigen schutting heen moeten komen. Ter wille van een betere toekomst voor Nederland!
Kort samengevat zeggen de ondertekenaars dus: "Het was zo gezellig met de Multi-Culturele Samenleving. Jammer dat 11 September, Pim en Theo er tussen kwamen. Populistische politici hebben daar helaas misbruik van gemaakt en hun racistische politiek op de agenda gezet. Als we allemaal nu een beetje inschikken, Geert Makken, Theedrinken en "De boel bij elkaar houden", dan kunnen we gewoon zo door als de laatste 30 jaar."