Op 30 april 2021, om 11:00 uur 's ochtends, staat Robert-Willem van Norren terecht, bij de rechtbank op de Parnassusweg 280 te Amsterdam.
Het gaat over de symbolen met een kakkerlak op de Israëlische vlag en het hakenkruis vermengd met een Davidster. Michael Jacobs en zijn broer hebben drie jaar juridische strijd moeten leveren om het zover te laten komen. Op 19 juli 2018 deed Michael Jacobs aangifte wegens discriminatie tegen Robert- Willem van Norren. Hij overhandigde daarbij de foto's waarop de gewraakte symbolen te zien waren. Michael liet door de agent optekenen, dat de demonstraties tegen Israël, die wekelijks op de Dam gehouden worden, strafbaar zijn, omdat ze oproepen tot vernietiging van het Joodse volk.
De Officier van Justitie seponeert de zaak tegen Robert-Willem van Norren echter, omdat hij "al excuses heeft aangeboden en het niet meer zal doen." Het zou fijn zijn als meer rechtzaken zo af zouden lopen, maar de gebroeders Jacobs laten het er niet bij zitten. Ze spannen een artikel 12 Wetboek van Strafvordering-procedure aan, om van Norren alsnog veroordeeld te krijgen. Deze procedure verliest Michael Jacobs.
Nu is het in Nederland zo, dat je als gewone burger niet zomaar moet denken tegen een beslissing van de staat in beroep te kunnen gaan. Michael Jacobs heeft dat meermaals aan den lijve moeten ondervinden. Het gaat op een gegeven moment zelfs zo ver, dat als hij gewoon over straat loopt, ver weg van de Dam, hij al door motoragenten wordt staande gehouden. Mond houden en doorlopen.
Het gemeenteraadslid Diederik Boomsma van het CDA stelt op 6 september 2018 vragen over deze onverkwikkelijke zaak aan Burgemeester Femke Halsema van Amsterdam. Hij vraagt of zij nog iets tegen de antisemitische uitingen op de Dam gaat doen. Intussen zijn al meermaals de ruiten van kosher restaurant HaCarmel ingegooid, zijn er Joodse kooplieden op de Albert Kuijp markt aangevallen en moeten de Joodse scholen permanent bewaakt worden. We kunnen niet meer doen alsof er niets aan de hand is. Tot grote verbazing van Diederik Boomsma (CDA), antwoordt Femke Halsema op 3 december 2020, ruim twee jaar later dus, dat zij de zaak op gaat pakken. Enkele weken later wordt Robert-Willem van Norren aangeklaagd.
Hoe moeten we deze stap van een Groenlinks burgemeester nu duiden? Voormalig fractieleider van Groenlinks in de Tweede Kamer, Bram van Oijk heeft daar in zekere zin al antwoord op gegeven. Groenlinks heeft de IHRA definitie van antisemitisme, die door de Tweede Kamer aangenomen is, ondersteund en hij verklaart dat uit de grote aantallen van antisemitische incidenten in Europa. Bram van Oijk vond het niet gepast om in zo'n situatie over een definitie van antisemitisme te bekvechten. Daarmee plaatst Groenlinks zich in feite buiten de wereldwijde BDS beweging, die deze IHRA definitie niet ondersteunt en zelfs bestrijdt. De activisten zijn bang om straks geen kritiek op de staat Israël meer te mogen geven. Dat de houding van Groenlinks niet eenmalig is, blijkt uit het niet steunen door Groenlinks van de motie Kuzu (DENK) tegen het Israëlische vaccinatiebeleid.