Jarenlang geloofden we dat het huwelijk van Anja Meulenbelt in Gaza, met de directeur van de NCCR, Khaled Abu Zaid, een schijnhuwelijk was en slechts tot doel had de voormalige veroordeelde Fatah-terrorist, samen met zijn twee zoons een veilig heenkomen in Nederland te bezorgen. Na het lezen van het nieuwste boek , "Het Jawoord" van de ex-SP-senator, moeten we tot de conclusie komen dat we ons vergist hebben en dat het toch wel echte liefde was en dat Anja er opnieuw ingestonken is. Weer misbruikt door een man. Anja Meulenbelt blijkt een abonnement op het door een man misbruikt en voor de gek gehouden worden te hebben. Vreemd is dat.
‘Er vallen veel gaten in mijn leven. Er is een gevoel dat ik van al die relaties weinig heb overgehouden, al mijn contacten lopen via seks en dat gaat altijd mis na een tijdje.’
We schrijven 1976 en het bovenstaande citaat is van Anja Meulenbelt uit het feministische prachtboek "De Schaamte Voorbij". Het is inderdaad een wonder dat dit boek van Anja Meulenbelt na 1976 een cultboek van de feministische beweging geworden is. Of het moet de bedoeling zijn geweest, dat alle mislukkingen, vernederingen en falen van een vrouw tentoongesteld worden. En het is natuurlijk allemaal de schuld van mannen.
Anja wordt achteréénvolgens op jonge leeftijd bezwangerd door een vakantieliefde, door haar ouders tot een huwelijk gedwongen, van school gegooid, en met kind de boze buitenwereld in gekatapulteerd. Na de scheiding wordt ze de minnares van een hele reeks creeps en gefrustreerde mannen, inclusief de beroemde uitgever Rob van Gennep, die dat pas vlak voor de publicatie van het boek aan zijn vrouw opbiecht, omdat hij bang is voor herkenning. Anja doet het inderdaad met de vrouw van één van haar scharrels en wordt na enkele maanden door zowel de man als de vrouw gedumpt. Daarna gaat ze met een sadist op een woonboot wonen, waar voor haar zoontje alleen nog plaats is in een tot kinderhok omgebouwde klerenkast. De woonbootbewoner kan alleen een erectie krijgen als Anja pijn heeft of huilt, wat voor hem gelukkig, vaak het geval is. Kortom een vruchteloos en vernederend leven, als er geen goedlopend boek over was geschreven.
Het is te hopen dat het nieuwe boek van Anja Meulenbelt, "Het Jawoord" net zo goed verkoopt en een cultboek voor de Palestijnenbeweging in Nederland wordt, want Anja kan inmiddels wel weer een steuntje in de rug gebruiken. Bovendien is het boek symptomatisch voor niet alleen het mislukte leven van Anja Meulenbelt, maar ook voor de hypocrisie die er onder de Palestinos heerst. Het boek gaat over het huwelijk dat Anja Meulenbelt met de Palestijnse ex-terrorist en tevens directeur van de NCCR Khaled Abu Zaid heeft gehad en dat in 2010 na een grote catastrofe mislukt en ontbonden wordt.
Eindelijk geeft ex-feministe en pro-Palestina-activiste Anja Meulenbelt opening van zaken over haar huwelijk met de voormalige terrorist en huidige directeur van de gehandicaptenorganisatie NCCR Khaled Abu Zaid. Dachten we aanvankelijk dat het om een schijnhuwelijk ging, dat slechts ten doel had de bedreigde Khaled Abu Zaid een visum tot Nederland te verschaffen, blijkt door dit boek dat we het helemaal mis hebben. Anja had al tien jaar een verhouding met de getrouwde Palestijnse man, voordat ze in Nederland met hem in het huwelijk trad.
Waarom zou je zo'n boek lezen, als je weet dat het alleen maar anti-Israel propaganda bevat en als je weet dat Anja Meulenbelt er immorele standpunten over huwelijk en relaties op na houdt? Veel mensen zouden zo'n boek niet eens met droge ogen kunnen lezen als ze weten dat Anja Meulenbelt door haar affaire en latere huwelijk een Palestijns gezin kapot heeft gemaakt en bovendien haar huidige en vroegere medewerkers jarenlang voor de gek heeft gehouden. Dachten de meeste mensen dat Anja echt vanwege het Palestijnse leed voortdurend naar Gaza ging, blijkt nu dat ze daar heen ging vanwege de heimelijke affaire.
Tussen de regels door krijgen we erg veel informatie over de werkwijze van de pro-Palestijnse propagandamachine en over dagelijkse feitjes en weetjes. Bovendien is het hilarische boek een aanrader voor mensen die de feministische retoriek nog eens willen bestuderen. (Waarom je dat zou willen weet ik nu even niet)
De feiten en weetjes:
-Gaza wordt vaak in de propaganda voorgesteld als een gevangenis waar niemand in- of uit kan. De schoonmoeder van Anja kon echter gewoon in Duitsland haar knieën laten opereren. Khaled Au Zaid kon ieder jaar wel een keer naar Nederland reizen en nam zelfs zijn zonen mee.
-Het wordt ook vaak zo voorgesteld alsof de Arabieren hun huis in het voormalige mandaatsgebied moesten verlaten en nooit meer terug mochten en hun huis nooit meer hebben gezien. In het boek wordt echter beschreven dat Khaled met zijn zonen naar Jaffa reist om hen zijn vroegere huis te laten zien. Een medewerkers van de NCCR kan gewoon in Bethlehem een conferentie bezoeken. Na de Tweede Intifada, dus pas na het tekenen van de Oslo-accoorden, zijn dit soort bezoeken echter onmogelijk geworden. De zelfmoordaanslagen en de terreur van de Palestijnen heben dus de situatie verslechterd.
-Meerdere malen is het gebeurd, dat Anja Meulenbelt met veel moeite naar Gaza kwam en dat haar lover net even naar Egypte was gegaan, daarmede de 'totale blokkade, waar niemand in of uitkan' relativerende.
-In de linkse Westerse media wordt Israel vaak afgeschilderd als een discriminerend land dat de inheemse bevolking onderdrukt. In de gastlanden waar de Palestijnse Arabieren in 1948 heengevlucht zijn, worden ze echter ook nog eens gediscrimineerd en uitgesloten. Khaled Abu Zaid is een vluchteling in Gaza en gaat nooit bij een oorspronkelijk Gaza-gezin op bezoek. Hij wordt gewoon niet uitgenodigd. Hij heeft er zelf moeite voor moeten doen om in zijn gehandicaptenorganisatie zowel vluchtelingen als Gazanen onder te brengen. Er gaan de laatste tijd zoveel Cultureel Antropologen en andere wetenschappers naar Gaza en de Westelijke Jordaanoever, maar toch hebben we Anja weer nodig om deze feiten te onthullen.
-Vlak voor het huwelijk, dat door PvdA Kamerlid (destijds stadsdeelvoorzitter) Ahmed Marcouch werd voltrokken, gingen Anja en haar Khaled naar de notaris om een huwelijkscontract op te stellen. Alle bezittingen werden op tafel gelegd. Anja dacht dat zij, met haar Senatorsinkomen en een eigen huis in de Jordaan, de rijkste van de twee zou zijn. Niets bleek minder waar. Khaled Abu Zaid bezit onroerend goed in Gaza en is de welgesteldere.
In het begin van het boek denk je nog dat Anja weer eens aan het zeuren is. Khaled brengt nooit bloemen mee. Khaled kan niet over zijn gevoelens praten. Khaled verdwijnt plotseling midden op de dag en niemand weet waar hij is. Het meest hilarisch is voor mij, dat Anja erover begint, dat Khaled helemaal geen vrienden heeft en dat hij eigenlijk voor zichzelf leeft. Interessant omdat de krakersters van het pand Madurastraat 11 in Amsterdam dat ook over mij zeiden. Dus ik voel me best wel een beetje verwant met Khaled de Palestijn.
Pas veel later op de laatste bladzijdes van het boek kom je erachter dat Anja voor de gek gehouden is. Khaled Abu Zaid heeft in Gaza nooit verteld dat hij in Nederland met Anja getrouwd is. Ook na hun huwelijk heeft zij geen enkele nacht bij hem in huis geslapen en bleef ze in een gehuurde flat wonen, waar hij haar heimelijk bezocht. Zijn twee zoons, die in Amsterdam zijn geweest en die Anja goed kennen, weten tot op de dag van vandaag niets van het huwelijk. Google-vertalen doet het niet in Palestina.
Vlak voor de Gaza-oorlog van 2008 doet Anja iets onverwachts. Ze reist als enige Kifaia medewerker naar Gaza en zit in haar flat als de bommen om haar heen inslaan. Khaled laat haar alleen in de flat zitten en komt haar niet opzoeken. "Ik dacht dat de Israelis je wel zouden tegenhouden", is zijn eenvoudige verklaring. De Israelis zijn overal goed voor. Ook om lastige Nederlandse echtgenotes uit je gebied weg te houden. Eind relatie.
Pas eind 2009 komt Anja er door toeval achter wat er werkelijk aan de hand is. Khaled vertelt tegen verpleegkundige Joes Meens dat hij opnieuw vader geworden is. Reeds begin 2009 is hij islamitisch getrouwd met een veel jongere vrouw en krijgt met haar opnieuw een kind. Het stelt de verhoudingen in de gehandicapten organisatie en de Nederlandse geldschieter Kifaia enorm op de proef. Maar de liefde voor de Palestijnen en de haat tegen Israel is groter dan een akkefietje met een bedrogen echtgenote. Anja wordt op die manier ook door haar vrienden Jan Andreae en Joes Meens verraden.
blog over Palestijnen, terrorisme, Islam, Israël, misstanden en persoonlijke belevenissen.
Disclaimer
De bijdragen aan het maatschappelijke debat, zoals op dit blog gepubliceerd, zijn bedoeld als ondersteuning van het recht op vrije meningsuiting. Mocht u desondanks in uw eer of goede naam aangetast worden, of nog erger dat u door deze teksten gekwetst wordt, lees dan eerst even de bijgaande disclaimer.
Sunday, March 24, 2013
Sunday, March 17, 2013
Van de Buren Niets dan Goeds - Flip Willemsen
De Amsterdamse schrijfster Flip Willemsen klaagt via het nieuwe sociale medium Facebook, dat er over haar boek nu nooit eens een recensie geschreven wordt en dat ze ondanks het schrijven van tien boeken nog niet is doorgebroken. Bij de pretentieuze uitgeverij Meulenhof eruit gegooid en de uitgeverij Compaan te Maassluis gaat op de fles nadat het nieuwste boek van Flip Willemsen net is verschenen. Sommige mensen hebben het allemaal en anderen hebben niets. Is er wel een God?
Ondanks de religieuze opvoeding van Flip Willemsen, haar vader was dominee in Hierden en lid van de Gereformeerde Bond in de Hervormde Kerk, komt God in het boek "Van de buren niets dan goeds" niet voor. De hoofdpersoon woont alleen in de stadsjungle van Amsterdam-Centrum en is geheel op zichzelf aangewezen. De twee buurmannen die naast haar op de flatgalerij wonen spelen ieder hun eigen spel en de hoofdpersoon is op die manier aan de heidenen uitgeleverd. Gedurende het gehele boek vraag je je af: "Hoe houdt deze vrouw dit vol?" Maar soms doet ze dat ook niet.
Doordat de schrijfster in het kroegencircuit rond het Spui verkeert en daar op de vrijdagavonden allerlei wannabee media-tyconen ontmoet, zijn er toch nog aardig wat positieve quotes over de schrijfster en haar nieuwe boek gepubliceerd. Surplus schrijft bijvoorbeeld: "Willemsens grootste verdienste is wel haar humor". In het boek staan inderdaad vele grappige en humoristische passages, zoals de omschrijving van haar buurman:.
"Hij was sportief en hield van horror, winegums en humor, maar een goed gesprek vond hij ook belangrijk"
Juist in de humoristische passages komt de eenzaamheid van de hoofdpersoon en de leegte van de grote stad met zijn massa's aan te herkeuren en om-te-scholen cliënten goed tot uitdrukking. Het Centrum Voor Werk en Inkomen doet een huisbezoek bij de hoofdpersoon en daar ontspint zich de volgende passage:
"Hoe noem je zoiets?" vroeg de vrouw aan de man? Ze wees naar de boekenkast.
"Stellage?" zei de man.
"Stellage", zei de vrouw langzaam terwijl ze schreef.
"U leest veel", zei de man.
"Inderdaad", zei ze.
Als het allemaal teveel wordt, probeert de hoofdpersoon via een contactadvertentie 'een man die haar bij de hand neemt' te vinden. Dat levert de volgende geniale passage op:
"Ik, zesenvijftigjarige man, ben een persoon van de simpelheid. Ik ben heel zwart-wit. Ik ben net een hond. Zo nu en dan heb ik een aai over mijn kop nodig, ik denk iedere man wel."
Het is onbegrijpelijk dat er in recensies beweerd wordt, dat Flip Willemsen geen diepgang in haar hoofpersonen weet te brengen. Juist de vervreemdende en tweedimensionale passages zoals die hierboven, schetsen een wereld vol van stadse eenzaamheid en gekte, die je ook bij schrijvers als Albert Camus of Michel Houellebecq terug vindt. Ik denk niet dat er één recensent te vinden is die beweert dat de karakters van deze twee grote Franse schrijvers vlak en niet uitgewerkt zijn.
Alleen Vrij Nederland slaat de spijker op zijn kop met de volgende kenschetsing van het boek:
'Van haar vrouwelijke personages gaat, hoe eenzaam ook, altijd een zekere opgewekte moed der wanhoop uit' .
Hoe treffende deze opmerking is, weten alleen de mensen die de schrijfster persoonlijk kennen. Dan komt aan het licht dat Flip Willemsen weliswaar steeds benadrukt dat de hoofdpersoon uit haar boeken niet dezelfde is als haar eigen persoon, maar de overeenkomsten zijn zo groot, dat we moeten concluderen, dat Flip Willemsen in haar boeken haar eigen omgeving en haar eigen lijden beschrijft.
Is het mogelijk de schrijfster Flip Willemsen te onderscheiden van haar hoofdpersonen en is het mogelijk haar werkelijk te leren kennen? Keesjemaduraatje ging op pad om deze prangende vragen te beantwoorden. De schrijfster had een presentexemplaar van haar jongste boek "Van de Buren niets dan Goeds" beloofd en de afspraak was, dat dit exemplaar in het beruchte café 'De Zwart' op het Spui aan de blogger overhandigd zou worden. Zo gezegd zogedaan. Dacht ik dan. Maar dat bleek toch niet zo eenvoudig.
Er is een subculturele klasse van media-makers, ex-dichters en videokunstenaars die hun netwerk in stand houden door op de donderdagen en vrijdagen en wie weet welke dagen nog meer, langs de cafés De Zwart, De Pels en De Doffer te trekken, te drinken en onderwijl te vertellen met welke projecten ze allemaal bezig zijn. Tijdens mijn pogingen om Flip Willemsen te leren kennen en erachter te komen welk literair talent zich achter de moeiteloos in deze culturele wereld bewegende schrijfster verbergt, word ik aan wel drie, vier 'dichters die nog met Kopland hebben gepubliceerd' dan wel 'op de begrafenis van Komrij een gedicht voorgelezen hebben' voorgesteld. Intussen de één na de andere biersoort naar binnen werkende.
Op een gegeven moment staan we zelfs buiten te roken. Terwijl ik niet-roker ben. Maar dat geheel terzijde. "Wat ben je toch een vieze vrouw", voegt de Redacteur van de Joodse Radio de schrijfster Flip Willemsen toe. Ze heeft zojuist een opmerking over rukken en hoe je daar van af kan vallen gemaakt. Ook de daarop volgende opmerkingen en het weerwoord van de gasten van De Pels laten aan scuriliteit niets te wensen over. Het is een wereld die geheel vreemd voor mij is.
Ook in haar boek schuwt de schrijfster geen precaire situatie te beschrijven:
"Ik zal blij zijn als ik mijn elektrische tandenborstel weer kan gebruiken"
"En de vibrator weer uit het nachtkastje kan"
"Als ik een nachtkastje had"
Hij lachte weer, harder nu.
"Ze zaten voor haar deur en waren nog maar net aan het eten toen Ed ineens vertelde dat hij zich drie keer per dag aftrok.
"Drie keer?" vroeg ze omdat haar zo gauw niets anders te binnen schoot.
We verlaten het café De Pels. Lopende over de Keizersgracht overvalt mij opeens een groot gevoel van eenzaamheid en leegte. De schrijfster heeft haar kroegentocht nog niet afgerond en wil persé door naar De Doffer. Wie weet wat commentatoren daar nu weer uithangen en met wie ik me daar weer moet meten. We weten het niet en als het aan mij ligt ben ik ook niet benieuwd er achter te komen. Ik wil alleen nog naar huis.
De schrijfster heeft echter nog een troef achter de hand. Het presentexemplaar ligt bij haar thuis. We lopen langs de grachten naar haar huis in de Jordaan. We lopen de gietijzeren trap op en komen langs de balustrade waar de belangrijkste gewelddadige scene zich heeft afgespeeld:
"Snel raapte hij de theedoek op, gooide hem naar binnen, draaide zich om, greep haar vast en duwde haar met haar rug tegen de balustrade. Hij schreeuwde: 'Je gaat eroverheen, je gaat eroverheen'
In het voorbijgaan, het is 's nachts om 02.00 uur, klopt de schrijfster achteloos even op het raam van haar buurman. "Ik kan me voorstellen dat deze mensen helemaal gek van deze vrouw worden", denk ik dan. En andersom ook, blijkens de volgende scene in het boek:
"Toen ze zich daarna in de slaapkamer aan het uitkleden was, ondekte ze dat er iemand op de galerij stond. Niet dat ze hem hoorde ademen of hoesten, nee, ze voelde het. en ze wist dat hij het was. Boris"
Ik bevind mij nu in het heiligste der heiligen, waar het allemaal is gebeurd. De crime-scene van het boek "Van de buren niets dan goeds". Eindelijk ontvang ik uit handen van de schrijfster zelf, het presentexemplaar. Buiten begint het zachtjes te regenen. De wijn wordt opengetrokken en er worden sigaretten gehaald.
Wat ze later ook van deze recensie gaan vinden en wat de schrijfster er ook van vindt. Ze kunnen in ieder geval niet ontkennen dat ik ter plaatse en in de leefwereld van de kunstenaar zelf, onderzoek heb gedaan.
Ondanks de religieuze opvoeding van Flip Willemsen, haar vader was dominee in Hierden en lid van de Gereformeerde Bond in de Hervormde Kerk, komt God in het boek "Van de buren niets dan goeds" niet voor. De hoofdpersoon woont alleen in de stadsjungle van Amsterdam-Centrum en is geheel op zichzelf aangewezen. De twee buurmannen die naast haar op de flatgalerij wonen spelen ieder hun eigen spel en de hoofdpersoon is op die manier aan de heidenen uitgeleverd. Gedurende het gehele boek vraag je je af: "Hoe houdt deze vrouw dit vol?" Maar soms doet ze dat ook niet.
Doordat de schrijfster in het kroegencircuit rond het Spui verkeert en daar op de vrijdagavonden allerlei wannabee media-tyconen ontmoet, zijn er toch nog aardig wat positieve quotes over de schrijfster en haar nieuwe boek gepubliceerd. Surplus schrijft bijvoorbeeld: "Willemsens grootste verdienste is wel haar humor". In het boek staan inderdaad vele grappige en humoristische passages, zoals de omschrijving van haar buurman:.
"Hij was sportief en hield van horror, winegums en humor, maar een goed gesprek vond hij ook belangrijk"
Juist in de humoristische passages komt de eenzaamheid van de hoofdpersoon en de leegte van de grote stad met zijn massa's aan te herkeuren en om-te-scholen cliënten goed tot uitdrukking. Het Centrum Voor Werk en Inkomen doet een huisbezoek bij de hoofdpersoon en daar ontspint zich de volgende passage:
"Hoe noem je zoiets?" vroeg de vrouw aan de man? Ze wees naar de boekenkast.
"Stellage?" zei de man.
"Stellage", zei de vrouw langzaam terwijl ze schreef.
"U leest veel", zei de man.
"Inderdaad", zei ze.
Als het allemaal teveel wordt, probeert de hoofdpersoon via een contactadvertentie 'een man die haar bij de hand neemt' te vinden. Dat levert de volgende geniale passage op:
"Ik, zesenvijftigjarige man, ben een persoon van de simpelheid. Ik ben heel zwart-wit. Ik ben net een hond. Zo nu en dan heb ik een aai over mijn kop nodig, ik denk iedere man wel."
Het is onbegrijpelijk dat er in recensies beweerd wordt, dat Flip Willemsen geen diepgang in haar hoofpersonen weet te brengen. Juist de vervreemdende en tweedimensionale passages zoals die hierboven, schetsen een wereld vol van stadse eenzaamheid en gekte, die je ook bij schrijvers als Albert Camus of Michel Houellebecq terug vindt. Ik denk niet dat er één recensent te vinden is die beweert dat de karakters van deze twee grote Franse schrijvers vlak en niet uitgewerkt zijn.
Alleen Vrij Nederland slaat de spijker op zijn kop met de volgende kenschetsing van het boek:
'Van haar vrouwelijke personages gaat, hoe eenzaam ook, altijd een zekere opgewekte moed der wanhoop uit' .
Hoe treffende deze opmerking is, weten alleen de mensen die de schrijfster persoonlijk kennen. Dan komt aan het licht dat Flip Willemsen weliswaar steeds benadrukt dat de hoofdpersoon uit haar boeken niet dezelfde is als haar eigen persoon, maar de overeenkomsten zijn zo groot, dat we moeten concluderen, dat Flip Willemsen in haar boeken haar eigen omgeving en haar eigen lijden beschrijft.
Is het mogelijk de schrijfster Flip Willemsen te onderscheiden van haar hoofdpersonen en is het mogelijk haar werkelijk te leren kennen? Keesjemaduraatje ging op pad om deze prangende vragen te beantwoorden. De schrijfster had een presentexemplaar van haar jongste boek "Van de Buren niets dan Goeds" beloofd en de afspraak was, dat dit exemplaar in het beruchte café 'De Zwart' op het Spui aan de blogger overhandigd zou worden. Zo gezegd zogedaan. Dacht ik dan. Maar dat bleek toch niet zo eenvoudig.
Er is een subculturele klasse van media-makers, ex-dichters en videokunstenaars die hun netwerk in stand houden door op de donderdagen en vrijdagen en wie weet welke dagen nog meer, langs de cafés De Zwart, De Pels en De Doffer te trekken, te drinken en onderwijl te vertellen met welke projecten ze allemaal bezig zijn. Tijdens mijn pogingen om Flip Willemsen te leren kennen en erachter te komen welk literair talent zich achter de moeiteloos in deze culturele wereld bewegende schrijfster verbergt, word ik aan wel drie, vier 'dichters die nog met Kopland hebben gepubliceerd' dan wel 'op de begrafenis van Komrij een gedicht voorgelezen hebben' voorgesteld. Intussen de één na de andere biersoort naar binnen werkende.
Op een gegeven moment staan we zelfs buiten te roken. Terwijl ik niet-roker ben. Maar dat geheel terzijde. "Wat ben je toch een vieze vrouw", voegt de Redacteur van de Joodse Radio de schrijfster Flip Willemsen toe. Ze heeft zojuist een opmerking over rukken en hoe je daar van af kan vallen gemaakt. Ook de daarop volgende opmerkingen en het weerwoord van de gasten van De Pels laten aan scuriliteit niets te wensen over. Het is een wereld die geheel vreemd voor mij is.
Ook in haar boek schuwt de schrijfster geen precaire situatie te beschrijven:
"Ik zal blij zijn als ik mijn elektrische tandenborstel weer kan gebruiken"
"En de vibrator weer uit het nachtkastje kan"
"Als ik een nachtkastje had"
Hij lachte weer, harder nu.
"Ze zaten voor haar deur en waren nog maar net aan het eten toen Ed ineens vertelde dat hij zich drie keer per dag aftrok.
"Drie keer?" vroeg ze omdat haar zo gauw niets anders te binnen schoot.
We verlaten het café De Pels. Lopende over de Keizersgracht overvalt mij opeens een groot gevoel van eenzaamheid en leegte. De schrijfster heeft haar kroegentocht nog niet afgerond en wil persé door naar De Doffer. Wie weet wat commentatoren daar nu weer uithangen en met wie ik me daar weer moet meten. We weten het niet en als het aan mij ligt ben ik ook niet benieuwd er achter te komen. Ik wil alleen nog naar huis.
De schrijfster heeft echter nog een troef achter de hand. Het presentexemplaar ligt bij haar thuis. We lopen langs de grachten naar haar huis in de Jordaan. We lopen de gietijzeren trap op en komen langs de balustrade waar de belangrijkste gewelddadige scene zich heeft afgespeeld:
"Snel raapte hij de theedoek op, gooide hem naar binnen, draaide zich om, greep haar vast en duwde haar met haar rug tegen de balustrade. Hij schreeuwde: 'Je gaat eroverheen, je gaat eroverheen'
In het voorbijgaan, het is 's nachts om 02.00 uur, klopt de schrijfster achteloos even op het raam van haar buurman. "Ik kan me voorstellen dat deze mensen helemaal gek van deze vrouw worden", denk ik dan. En andersom ook, blijkens de volgende scene in het boek:
"Toen ze zich daarna in de slaapkamer aan het uitkleden was, ondekte ze dat er iemand op de galerij stond. Niet dat ze hem hoorde ademen of hoesten, nee, ze voelde het. en ze wist dat hij het was. Boris"
Ik bevind mij nu in het heiligste der heiligen, waar het allemaal is gebeurd. De crime-scene van het boek "Van de buren niets dan goeds". Eindelijk ontvang ik uit handen van de schrijfster zelf, het presentexemplaar. Buiten begint het zachtjes te regenen. De wijn wordt opengetrokken en er worden sigaretten gehaald.
Wat ze later ook van deze recensie gaan vinden en wat de schrijfster er ook van vindt. Ze kunnen in ieder geval niet ontkennen dat ik ter plaatse en in de leefwereld van de kunstenaar zelf, onderzoek heb gedaan.
Sunday, March 10, 2013
Vanavond vertel ik het allemaal
Vanavond zondag 10 maart 2013 bij de Joodse Omroep: Elma Drayer, Keesje Maduraatje en Ronald Eissens (Meldpunt Discriminatie Internet) over antisemitisme op internet, de vrijheid van meningsuiting, en wat je allemaal anoniem kan aanrichten vanachter je computer. Radio 5, 19-20:30 u (en na afloop via www.joodseomroep.nl op uitzending gemist)
Ik zie aan de zoekwoorden op mijn blog, dat er veel mensen geëinteresseerd zijn in mijn mening en wat ik geschreven heb over Peter Breedveld (Frontaalnaakt) en Hassnae Bouazza. In dat kader komen er ook zoekwoorden over Annelies van de Veer (Hoeiboei), Laurence Blik (Loor, Loorschrijft) . Allemaal naar aanleiding van de columns van Elma Drayer in Trouw over antisemitisme.
Voor het geval ik het vanavond niet allemaal kan zeggen en voor degenen die het vanavond niet zullen beluisteren, vat ik mijn standpunt over "het geval Peter Breedveld" hier alvast even samen:
-Peter Breedveld schreef van 2004 tot en met 2007 hele goede anti-islam-columns en heeft anti-islam-bloggers als de Noorse Fjordman hier in Nederland geëintroduceerd. Die columns hebben een belangrijke invloed op het islamdebat in Nederland gehad. Als zodanig willen we hem blijven herinneren.
-In 2008 heeft Peter Breedveld mij, staande in de Vrijdenkersruimte in de Tweede Kamer en met een klein kind hangende aan zijn broekspijpen, bedreigd met geweld. Loor (Laurence Blik) was toen nog een hele goede vriendin van hem. Zijn uitlatingen tegenover Loor van na die tijd, hebben dan ook meer met liefdesverdriet dan met politieke discussie te maken.
-Hassnae Bouazza is, net als 90% van alle hoogopgeleide, al dan niet met subsidiegeld gepamperde, dan wel op eigen kracht omhooggevallen, Marokkanen, zeer kritisch over de staat Israël. Dat feit op zich maakt haar niet interessant. Het is wel interessant dat ze in staat geweest is een bekende islamcriticus als Peter Breedveld door haar liefde uit te schakelen. We wachten op de dag dat ze hem in de steek laat voor een nog bekendere en nog meer vermogende partner en dan zijn we zeer benieuwd naar de verhalen van Peter Breedveld over alle 'ins-and outs' van de door haat en nijd verscheurde Marokkaanse subsidie-scene.
Ik zie aan de zoekwoorden op mijn blog, dat er veel mensen geëinteresseerd zijn in mijn mening en wat ik geschreven heb over Peter Breedveld (Frontaalnaakt) en Hassnae Bouazza. In dat kader komen er ook zoekwoorden over Annelies van de Veer (Hoeiboei), Laurence Blik (Loor, Loorschrijft) . Allemaal naar aanleiding van de columns van Elma Drayer in Trouw over antisemitisme.
Voor het geval ik het vanavond niet allemaal kan zeggen en voor degenen die het vanavond niet zullen beluisteren, vat ik mijn standpunt over "het geval Peter Breedveld" hier alvast even samen:
-Peter Breedveld schreef van 2004 tot en met 2007 hele goede anti-islam-columns en heeft anti-islam-bloggers als de Noorse Fjordman hier in Nederland geëintroduceerd. Die columns hebben een belangrijke invloed op het islamdebat in Nederland gehad. Als zodanig willen we hem blijven herinneren.
-In 2008 heeft Peter Breedveld mij, staande in de Vrijdenkersruimte in de Tweede Kamer en met een klein kind hangende aan zijn broekspijpen, bedreigd met geweld. Loor (Laurence Blik) was toen nog een hele goede vriendin van hem. Zijn uitlatingen tegenover Loor van na die tijd, hebben dan ook meer met liefdesverdriet dan met politieke discussie te maken.
-Hassnae Bouazza is, net als 90% van alle hoogopgeleide, al dan niet met subsidiegeld gepamperde, dan wel op eigen kracht omhooggevallen, Marokkanen, zeer kritisch over de staat Israël. Dat feit op zich maakt haar niet interessant. Het is wel interessant dat ze in staat geweest is een bekende islamcriticus als Peter Breedveld door haar liefde uit te schakelen. We wachten op de dag dat ze hem in de steek laat voor een nog bekendere en nog meer vermogende partner en dan zijn we zeer benieuwd naar de verhalen van Peter Breedveld over alle 'ins-and outs' van de door haat en nijd verscheurde Marokkaanse subsidie-scene.
Wednesday, March 06, 2013
Joanna (Weg met de Monarchie, Het is 2013) is een Internationale Socialistische Marxiste
Wie had dat gedacht. Waren de anti-kronings-protesten nog in vaste hand van de anarchisten, tenslotte hebben we een naam hoog te houden, zijn de 2013 anti-monarchie-demos in vaste handen van de Internationale Socialisten. De moedige mevrouw met het kartonnen bord in haar hand, we noemen haar JoanaVH, spreekt vrijmoedig op het Marxisme-Festival van de Internationale Socialisten op 27 en 28 april 2013.
Wie spreken daar nog meer?
-Kraker Eric Duivenvoorden over het kroningsoproer van 1980.
-De master student in de filosofie aan de Universiteit Tel-Aviv, Omar Barghouti, die op de bijeenkomst gaat oproepen tot een universitaire boycot van Israel, terwijl hij zelf in Israel studeert.
Echt gekker kunnen we het niet maken.
Wie spreken daar nog meer?
-Kraker Eric Duivenvoorden over het kroningsoproer van 1980.
-De master student in de filosofie aan de Universiteit Tel-Aviv, Omar Barghouti, die op de bijeenkomst gaat oproepen tot een universitaire boycot van Israel, terwijl hij zelf in Israel studeert.
Echt gekker kunnen we het niet maken.
Subscribe to:
Posts (Atom)