“Je hebt net met drie ‘hardcore’ zionisten zitten praten. Wil je alsjeblieft onthouden, dat we aardig tegen je zijn geweest. Maar dat komt ook, omdat je ons een sigaret hebt gegeven.” Zo eindigde een gesprek met een jonge vrouw, die zichzelf als zijnde “Palestina demonstrant” identificeerde, op het terras van café Eik en Linde op de avond van de Jom Hashoah herdenking in de Hollandsche Schouwburg, pal naast het café.
De Jom Hashoah herdenking verliep weliswaar grotendeels zoals elk jaar, maar toch waren er enkele opmerkelijke feiten te vermelden. We leven nu 80 jaar na de Shoah en de Gemeente Amsterdam vond het, bij monde van Burgemeester Femke Halsema, tijd worden voor verontschuldigingen voor de houding van de stad Amsterdam tijdens de oorlog. Halsema hield een indrukwekkende voordracht, waarbij ze het lot van één van de vermoorde Joodse vrouwen uitlichtte.
De toespraak van Holocaust-overlevende Esther Barendse-Boas maakte grote indruk door het krankzinnige en tragische verloop van haar redding uit de crèche tegenover de Hollandsche Schouwburg (waar nu het Holocaust Museum is). Aanvankelijk als klein kind gered uit de crèche. Daarna als kind door een NSB-er verraden. Toen bij een gezin in Friesland ondergebracht. De ouders wilden als laatste redmiddel op de zogenaamde Barneveld-lijst komen, in de hoop dan niet gedeporteerd te worden. Esther moest toen terug naar haar ouders gebracht worden, zodat het hele gezin op de Barneveld-lijst zou komen. De onderduikouders hadden er geen begrip voor, dat een gered kind teruggegeven zou worden. Het hele gezin werd daarna alsnog naar Theresienstadt gedeporteerd en overleefde de oorlog.
Een opmerkelijke observatie in het huidige gepolariseerde politieke klimaat, was de snelle en terloopse handdruk tussen voorzitter van de Tweede Kamer, Martin Bosma, en de Burgemeester van Amsterdam. Gelukkig werd er verder tijdens de herdenking geen wanklank gehoord. Toch voelden we tijdens het hele gebeuren de aanwezigheid van de vorige maand overleden activist Michael Jacobs. Hij was bij ons.
Na de herdenking doken we meteen café Eik en Linde in, om herinneringen uit de tijd van de geheime zionistische organisatie WAAR op te halen. Tijdens de gesprekken viel al meteen op, dat we in hele verwarrende en gepolariseerde tijden leven. Waren de meeste pro-Israël-activisten een jaar geleden nog helemaal vóór Donald Trump, komen daar nu hele ernstige twijfels over het rechtstatelijke karakter van de decreten tussen. Een ander twistpunt is opeens de mening over de acties tegen de LGBTQA+ gemeenschap in Hongarije. Opeens gaan de gesprekken niet meer over Israël, maar over Oekraïne, Hongarije en de VS.
Bedelende om een sigaret bij de aardige meisjes naast ons op het terras, kregen we opeens een hele ingewikkelde tirade tegen de beveiliging van de Jom Hashoah herdenking te horen. Eén van de beveiligers was op het terras komen vragen, wat de betreffende dame daar eigenlijk deed en of ze van plan was te gaan demonstreren. Op dat moment waren mijn WAAR-vrienden het weer allemaal met elkaar eens en we zeiden tegen dat sigaretten-meisje: “Weet je eigenlijk wel hoe zwaar Joodse- en Israëlische evenementen tegenwoordig beveiligd moeten worden, door jullie toedoen?” Dat werd een andere cafébezoekster, die zichzelf intussen als zijnde “geadopteerd uit Iran” kwalificeerde, al meteen teveel. “Dit wil ik niet horen” en ze vluchtte terug het café in.
Het werd toch nog een gezellig gesprek, omdat we tegen elkaar zeiden: “De fascist, dat is gelukkig altijd: de ander”