De 6000 dollar grens van Fukuyama
Gebaseerd op een interview met Francis Fukuyama door Philip Van der Celen.
commentaar door Keesjemaduraatje
de vraag die sinds het Irak debakel steeds terugkomt is, of het mogelijk is in een onderontwikkeld land waar nog nooit democratie geweest is, met dwang een democratie op te leggen. Deze vraag werd voorgelegd aan Francis Fukuyama op de website www.liberales.be
Volgens Fukuyama is er een grens van 6000 dollar per capita BBP waarboven bijna alle landen democratisch zijn. Dit verband werkt twee kanten op. Als een land democratisch is, dat wil zeggen dat er vrijheid heerst en de staat voor wetgeving, orde en rust zorgt, wordt dit land vanzelf welvarender. Er wordt meer geïnvesteerd door buitenlandse en binnenlandse bedrijven.
De andere conclusie geld ook: als een land rijker wordt is het steeds moeilijker om een ondemocratische regering in stand te houden. De middenklasse verlangt steeds meer vrijheden, de bevolking wordt steeds beter opgeleid. Twee landen hebben met dit probleem te maken: China en Iran.
Francis Fukuyama heeft daarover een boek geschreven: "State-Building: Governance and World Order in the 21st Century" dat ik nog niet heb gelezen en dat ik ter zijnertijd ga bespreken. Eén van de onderzoeksvragen die ik daarbij heb is: is staatsvorming altijd noodzakelijk, zeker als er in één staat meerdere volken moeten samenleven die elkaar niet zo graag mogen. Is het element vrijheid van de middenklasse niet veel belangrijker dan het vormen van een staat. Als bijvoorbeeld de Palestijnse middenklassen en de joodse middenklasse het met elkaar eens worden en aan beide kanten van de muur hun vrijheid opeisen, is dan het hele staatsvormingproces niet een bijzaak geworden? Tenslotte werken de autodieven in Israel en de bezette gebieden al lang samen. Vragen die ik ooit hoop te beantwoorden.
No comments:
Post a Comment