Oorlog en voorlichting
Door Wim Kortenoeven
De drama’s in Libanon en Israël hebben opnieuw laten zien hoe extreem gevaarlijk Israëls vijanden zijn (en niet alleen voor de Joodse staat); hoe slecht Israëls strijdkrachten zijn voorbereid op een grootschalige oorlog; hoe onzorgvuldig en soms ronduit partijdig veel media opereren; en hoe pover de Israëlische regeringsvoorlichting werkt. De door Iran gesteunde en met afstand bestuurde Hezbollah-strijders zijn de stoottroepen van de islamitische revolutie. En die heeft, zo blijkt steeds opnieuw uit de woorden van Ahmadinejad en de zijnen, niet alleen tot doel de Joodse staat te vernietigen, maar ook de andere liberale democratieën, Nederland niet uitgezonderd. Teheran heeft deze zomer in Libanon feitelijk een nieuwe ronde in de islamitische oorlog tegen de Westerse beschaving gewonnen, zowel in militair als in politiek opzicht.
Genocidaal dreigement
De politicoloog Samuel Huntington werd door velen weggehoond, nadat hij in 1993 in een artikel in het tijdschrift Foreign Affairs had gewaarschuwd voor de onvermijdelijke botsing tussen de Westerse en de islamitische beschavingen. Het gelijk van Huntington is inmiddels door een lange reeks feiten bewezen, maar in het Westen lijkt men desondanks nog steeds doof en blind voor de realiteit. Dat is echter schijn. Er is in het Westen, met name in Europa, eerder sprake van een actieve ontkenning van de realiteit. Men hoort en ziet natuurlijk wel degelijk wat er aan de horizon opdoemt en welke daaraan gerelateerde rampzalige ontwikkelingen zich in onze eigen samenlevingen afspelen. Huntingtons ‘Botsing der Beschavingen’ speelt zich niet alleen af op de territoriale raakvlakken tussen de islamitische en de niet-islamitische wereld, maar ook – en steeds openlijker – in ons midden, in ons eigen Europese huis, waarin wij ons tientallen jaren veilig waanden. Een treffende illustratie daarvan kan worden ontleend aan de mede door de Socialistische Partij en Een Ander Joods Geluid georganiseerde anti-Israëldemonstratie van 22 juli in Amsterdam. Bij die gelegenheid schreeuwden groepen islamitische betogers de leus “Joden, het leger van Mohammed komt eraan!” Dat was een verwijzing naar de in het jaar 628 persoonlijk door islamstichter Mohammed geleide aanval op de Joodse Banu Nadir-stam, die zich niet aan de moslims had willen onderwerpen. Alle mannelijke leden van de Banu Nadir werden op last van Mohammed onthoofd en hun vrouwen en kinderen in slavernij gevoerd. Het in de straten van Amsterdam geschreeuwde genocidale dreigement tegen de Joden kreeg op 15 augustus een passende echo in de aan het Westen gerichte waarschuwing van de Iraanse president Ahmadinejad: “Als jullie in de toekomst goede relaties met het Iraanse volk willen hebben, dienen jullie de rechten en de macht van het Iraanse volk te erkennen en zullen jullie voor de macht van het Iraanse volk moeten buigen en jullie daaraan moeten overgeven. Als jullie dit niet accepteren, zal het Iraanse volk jullie tot buigen en overgave dwingen.”
Kritiek op Israël
De actieve ontkenning van de realiteit, dat onze beschaving op meerdere fronten (en Israël is daar een van) wordt aangevallen, is geworteld in een na de Tweede Wereldoorlog ontstane collectieve ‘vredesmentaliteit’. Die is niet (meer) toegerust tot het voeren van een oorlog, zelfs niet van een verdedigingsoorlog. Als het dodelijke gevaar van de aanzwellende islamitische wereldrevolutie wordt onderkend, moet er evenwel worden ingegrepen. Dan moet er wel worden gestreden, in en buiten ons Europese huis. Dat wordt echter als een onaanvaardbare propositie gezien, dus wordt de realiteit ontkend of verdrongen en wordt ten opzichte van bedreigende islamitische statelijke en niet-statelijke actoren een concessiepolitiek gevoerd. Deze mentaliteit biedt ook een verklaring voor de harde kritiek van talloze Europeanen ten opzichte van het Israëlische militaire optreden tegen de islamitische terreurbewegingen Hamas en Hezbollah. Israël wordt door talloze Westerlingen ten onrechte als de agressor in het conflict gezien. Dat is overigens voor een deel zeker ook te wijten aan de falende Israëlische voorlichting. (Zie de rubriek Uit het Nieuws.)*
De Europeanen en hun geestverwanten in andere Westerse landen, zoals Canada, vrezen de dag dat zij ook zelf zullen moeten strijden, doden en sneuvelen in de door hen niet gewenste oorlog met de islamitische wereld. De vreselijke dilemma’s van de Israëli’s bieden een blik op de onvermijdelijke toekomstige dilemma’s van het Westen, dilemma’s die wellicht nog groter zullen zijn, vanwege het bestaan van groeiende islamitische gemeenschappen in het Europese avondland. Dan is het voor de gemoedsrust van velen in het Westen aantrekkelijker de Joodse staat buiten de orde te plaatsen, ja zelfs voor de vernietiging ervan te pleiten. Die emoties vertalen zich in talloze anti-Israëlische en antisemitische stemmen op de opiniepagina’s, in de ingezonden brievenrubrieken, op internetsites en op verjaardagsfeestjes. Zij sturen ook een deel van de verslaggeving door de media. De gretigheid, waarmee de voortdurend en openlijk met vernietiging bedreigde Joodse staat door de pers wordt veroordeeld, kent bijna geen grenzen en heeft (overigens niet voor het eerst) zelfs geleid tot grootschalige vervalsing van de werkelijkheid. Dieptepunten waren de door Hezbollah geregisseerde fotosessies in de door de Israëli’s gebombardeerde Hezbollahbolwerken Qana en Zuid-West Beiroet. De befaamde Amerikaanse fotograaf Tyler Hicks componeerde zelfs een foto in de stijl van de piëta (de kruisafname van Jezus), waarbij een welwillende Arabische jongeman als dode poseerde. De New York Times plaatste de foto op de voorpagina. De voor de hand liggende associatie laat ik aan de lezer. Een representatief overzicht van gemanipuleerde en geregisseerde foto’s is overigens te zien op de website van het CIDI.
De volgende ronde
Het bestaan van het fenomeen van ontkenning en verdringing van de realiteit kan ook worden afgeleid aan de relatief geringe aandacht van de Westerse media en de politiek voor de verschrikkelijke situatie in Irak. Daar werden alleen al in juli 3438 moslims door andere moslims vermoord. Als moslims elkaar, in naam van hun god en hun profeet, al zulke gruwelen aandoen, wat staat ons dan te wachten? Dan is het geruststellender om in te zoomen op Qana en Beiroet, waar een Westerse macht als Israël klappen aan "extremistische" moslims uitdeelt.
Israël heeft in deze gevechtsronde met Iran en Hezbollah niet alleen publicitair maar ook militair gefaald, wat doet vrezen voor het verloop van de volgende ronde. En die is net zo onvermijdelijk als nieuwe terreuraanslagen in het Westen. Hezbollah is alleen maar sterker uit de strijd gekomen en de mullah’s in Teheran hebben kostbare tijd gewonnen voor het afronden hun nucleaire bewapeningsprogramma. Binnenkort zal ontkenning van de realiteit onmogelijk zijn.
No comments:
Post a Comment